Europees adviseur: uitstoot EU moet met 95 procent omlaag in 2040

Foto: ANP

De Europese Unie moet haar uitstoot van broeikasgassen sneller terugbrengen. In 2040 zou die uitstoot nog maar 5 tot 10 procent mogen bedragen van wat die in 1990 was, adviseert de Europese Wetenschappelijke Adviesraad voor Klimaatverandering. De EU wil in 2030 de uitstoot al met 55 procent terugbrengen op weg naar CO2-neutraliteit in 2050. Een tussendoel voor 2040 ontbrak nog.

De adviesraad keek bij het advies onder meer naar het broeikasgasbudget. Dat is de totale hoeveelheid broeikasgassen die de EU nog uit mag stoten tot 2050 om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graad, zoals het klimaatakkoord van Parijs voorschrijft. Om daaraan te voldoen moet de vergroening van de economie dus hard worden doorgezet.

Het advies beseft dat er “snelle, inclusieve en goed begeleide” overgangen nodig zijn. Daarbij is speciale aandacht nodig voor de uitbreiding op korte termijn van zonne- en windenergie en waterstoftechnologie. Ook de duurzaamheid van bio-energie en de haalbaarheid van het verwijderen van CO2 en andere broeikasgassen uit de atmosfeer moeten worden bekeken. Maar terugdringen van de vraag naar energie door meer energiezuinigheid is ook hard nodig.

Door extra investeringen in bepaalde technieken, valt ook te verwachten dat die verbeteren. Bovendien zal de beschikbaarheid van meer groene stroom en waterstof ook andere sectoren aanzetten om te investeren in productietechnieken die daar gebruik van maken.

Hoe dan ook zal de Europese energie in 2040 vrijwel helemaal schoon moeten zijn, aldus het advies. Kolencentrales moeten in 2030 al dicht en pure gascentrales tien jaar later. Ook de transportsector, zoals scheepvaart en luchtvaart, zal veel schoner moeten worden waardoor bijna geen import van fossiele brandstoffen meer nodig is. Maar zelfs dan is een snelle uitbouw van het vermogen om CO2 uit de atmosfeer te halen nodig.

In sommige van de beschreven scenario’s gaat de veestapel inkrimpen, tot wel de helft. In alle gevallen moet de hoeveelheid kunstmest op basis van stikstof sterk worden teruggedrongen. Ook de uitstoot van andere broeikasgassen dan CO2, zoals methaan, moeten sterk omlaag. Dat moet bijvoorbeeld in de afvalverwerking gebeuren, maar ook in de energiesector.