Verdachte zaak Van den Hurk houdt onschuld vol

Foto: ANP

,,Ik ben onschuldig.” Dat zei Jos de G. (51), verdacht van de verkrachting van en doodslag op de vijftienjarige scholiere Nicole van den Hurk, dinsdag aan het begin van de behandeling van zijn zaak in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Bosch.

De Eindhovense Nicole van den Hurk verdween op 6 oktober 1995. Anderhalve maand later werd haar lichaam gevonden in de bossen tussen Mierlo en Lierop.

In 2014 arresteerde de politie De G. Een DNA-match wees hem als vermoedelijke dader in de zaak-Van den Hurk aan. De G. heeft altijd ontkend. Op vragen van het hof zei hij dat hij niet meer weet waar hij was op de dag dat Van den Hurk verdween. Hij leidde destijds een ,,ruig leven”, waarin drank, gokken en veel wisselende seksuele contacten een centrale rol speelden. ,,Ik had heel weinig grip op mijn leven op dat moment”, aldus de verdachte. De G. wijt zijn chaotische bestaan van toen aan een laag zelfbeeld dat is veroorzaakt door problemen in zijn jeugd. In 2000 kreeg hij tbs opgelegd wegens zedenmisdrijven.

In 2016 eiste het Openbaar Ministerie (OM) in de zaak-Van den Hurk veertien jaar cel tegen De G. De rechtbank vond het bewijs voor een veroordeling voor doodslag onvoldoende. Alleen de verkrachting stond wat de rechter betreft vast. De G. kreeg daarvoor vijf jaar cel.

Het OM is tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan, evenals De G. Volgens het OM hangen de verkrachting en de doodslag met elkaar samen en is de verdachte schuldig aan beide misdrijven.

Het Bossche hof heeft deze week vier dagen voor de behandeling van de zaak uitgetrokken. Dinsdag bespreekt het hof de feiten in de zaak, woensdag wordt de strafeis van het OM verwacht.