Staat: Dutchbat kon niet weten van genocide

Foto: ANP

De Nederlanders die in juli 1995 moslimmannen lieten evacueren uit Srebrenica konden onmogelijk weten dat hen een zekere dood te wachten stond. De advocaten van de Staat bepleitten dat vrijdag voor de Hoge Raad in een mondelinge toelichting op de cassatie. Die is ingesteld na een vonnis van het gerechtshof In Den Haag in juni vorig jaar.

,,De kennis die we nu hebben, had Dutchbat destijds niet en ook niet de tijd die wij hebben om er rustig over na te denken”, stelde een van de advocaten.

Het hof bepaalde vorig jaar dat de Staat aansprakelijk is voor de dood van ongeveer 350 van de in totaal 7000 mannen die toen zijn omgebracht door Bosnisch-Servische troepen. De Nederlanders moesten de enclave Srebrenica beschermen, maar werden onder de voet gelopen door de troepen van Ratko Mladic.

,,Het hof oordeelde dat Dutchbat had kunnen weten dat er sprake zou zijn van foltering en executies. Maar dat is wijsheid van achteraf”, stelde de advocaat van de Staat.

De advocaten van de zogeheten moeders van Srebrenica stelden dat de Nederlandse troepen wel degelijk hadden kunnen weten dat er iets afschuwelijks op til was, omdat alle vluchtelingen die geëvacueerd zouden worden hun identiteitspapieren moesten inleveren. Bovendien werden ook kinderen ondervraagd. ,,Dan ben je niet op zoek naar oorlogsmisdadigers.”

De Staat verdedigde ook de sluis die met voertuigen was gevormd om de vluchtelingen naar de bussen te leiden. ,,Het hof zegt in feite dat Dutchbat de sluis maar weer had moeten afbreken en vanaf de zijlijn had moeten toezien hoe de evacuatie in een chaos ontaarde. Dutchbat wilde voorkomen dat mensen onder de voet werden gelopen.”

De advocaten van de moeders uitten scherpe kritiek op de beperkte aansprakelijkheid van de Staat. De Verenigde Naties is door verschillende (internationale) hoven immuun verklaard voor aansprakelijkheid en de Staat stelt dat in Srebrenica onder VN-vlag werd geopereerd. Daardoor dreigt een vacuüm te ontstaan in wie verantwoordelijk kan worden gesteld, bepleitten ze namens de moeders.