Het Openbaar Ministerie (OM) heeft woensdag celstraffen tot 4,5 jaar geëist tegen vijf mannen en een vrouw die worden verdacht van de ontvoering van het meisje Insiya. Volgens het OM hebben de verdachten “voor eigen rechter gespeeld, puur voor geldelijk gewin”. De moeder van het kind is beland in een “nachtmerrie waaraan geen einde lijkt te komen”, zo omschreef de officier van justitie haar “uitzichtloze situatie”.
Insiya werd op 29 september 2016 met geweld uit het huis van haar oma in Amsterdam weggehaald en overgedragen aan haar vader, die verwikkeld was in een slepende echtscheidingsprocedure met de moeder, Nadia Rashid. De ontvoering was tot in de puntjes voorbereid en droeg het karakter van een militaire operatie. Tegen twee verdachten die een centrale, organiserende rol zouden hebben gespeeld, eiste het OM 4,5 jaar. Een van hen, Erik S., is oud-politieman. Tegen zijn dochter Liz vorderde het OM 3,5 jaar.
Ook tegen Robert B., een Amerikaan die bij de feitelijke ontvoering geweld zou hebben gebruikt en ter plaatse kon worden overmeesterd, eiste het OM 4,5 jaar. Hij is al geruime tijd op vrije voeten en niet meer in Nederland. Een andere ex-politieman, Huib V., hoorde drie jaar cel eisen, oud-marinier Willem V. vier jaar.
Het OM veegde de vloer aan met de lezing van de verdachten dat zij meenden aan een gerechtvaardigde operatie mee te werken, bedoeld om een wanhopige vader te herenigen met zijn kind. De officier hekelde het gebrek aan respect van de verdachten ten aanzien van de moeder van Insiya. Zij legde woensdag een slachtofferverklaring af, terwijl slechts twee beklaagden naar de rechtbank waren gekomen.
De vader, Shehzad H., nam Insiya vrijwel direct na de ontvoering mee naar India, waar zij nog steeds verblijft. Het meisje heeft de Nederlandse nationaliteit en is in maart vijf jaar geworden.
De Nederlandse rechter heeft haar vader het ouderlijk gezag ontnomen. India weigert de man uit te leveren. Het OM in Nederland wil H. niettemin op afzienbare termijn vervolgen.