Schulden leidden tot fatale ontvoering

Foto: ANP

De veertigjarige Jdesse Boerenveen, wiens levenloze lichaam op 22 december 2016 bij Almere in het Gooimeer werd gevonden, is voor zijn dood vanwege een schuld urenlang gegijzeld in Wormerveer en daarna om een andere schuld ontvoerd naar Almere. Vermoedelijk is hij daar het water ingevlucht en verdronken.

Dat bleek maandag in de rechtbank op Schiphol bij de start van de strafzaak tegen zes mannen en een vrouw die worden verdacht van betrokkenheid bij de gijzeling en de daaropvolgende ontvoering. Drie van hen wordt verweten dat zij Boerenveen in Almere zodanig hebben bedreigd, dat hij via het ijskoude water probeerde weg te komen. De rechtbank heeft vier dagen uitgetrokken voor de zaak.

Boerenveen zou op 1 december 2016 tegen zijn wil eerst zijn vastgehouden in een garagebedrijf in Wormerveer. Hij had van verdachte Denise D. (41) 4000 euro gehad om een auto voor haar te regelen, maar kwam daarmee niet over de brug. Toen zij die dag hoorde dat Boerenveen bij het garagebedrijf was, ging zij er naar eigen zeggen “woedend” heen om verhaal bij hem te halen.

Boerenveen probeerde daarop vanuit het garagebedrijf – onder de verdachten is ook eigenaar Jeffrey K. (49) – telefonisch geld te regelen om de schuld af te lossen. Een bevriende huismeester bleek bereid 2000 euro te betalen. Voor de andere helft zou Boerenveen nog aan het bellen zijn geweest, toen een groep mannen opdook en hem vanwege een schuld van nog eens 7000 euro in een auto meenam naar Almere.

De verdachten, inclusief tweede schuldeiser Lloyd B. (42), hielden maandag vol dat van dwang geen sprake was geweest. Hun verklaringen staan in schril contrast met die van getuigen, die hebben gezegd dat Boerenveen eerst in de garage werd vastgehouden en later met drie mannen in de auto mee moest naar Almere.

Wat zich daar heeft afgespeeld, blijft een raadsel. Volgens B. nam Boerenveen in het pikkedonker de benen, terwijl ze bij een strandje naast de auto stonden te wachten. “Ineens was hij weg. Spoorloos, de bosjes in.” Met wie hij in de auto zat, wilde B. – korte tijd later neergeschoten – niet zeggen.

Dinsdag volgen de strafeisen.