Elektriciteitsproductie bereikte vorig jaar een record

Foto: ANP

Nederland produceerde vorig jaar een recordhoeveelheid elektriciteit. Kolencentrales draaiden minder goed, maar dat werd gecompenseerd met elektriciteit uit hernieuwbare energie en in mindere mate gas. Voor het eerst sinds 1981 exporteerde ons land ook meer elektriciteit dan het importeerde. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De elektriciteitsproductie steeg vorig jaar met 1,3 miljard kilowattuur (kWh) naar 119 miljard kWh. Dat is genoeg om 43 miljoen huishoudens een jaar lang van stroom te voorzien, al zou er dan niets overblijven voor bedrijven en vooral de industrie.

Met name de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen nam toe, met 40 procent. “De capaciteit voor de winning van elektriciteit uit wind en zon is toegenomen”, lichten de statistici toe. “Onder andere door het in productie nemen van een groot windpark op zee en een verdere toename van het aantal zonnepanelen in Nederland.” Daarmee werd een daling bij de kolencentrales goeddeels gecompenseerd. Die hadden te maken met technische problemen en hogere kolen- en CO2-prijzen. Gascentrales hadden juist te maken met gunstige marktomstandigheden en produceerden daardoor ook iets meer. De totale elektriciteitsproductie pakte mede daardoor per saldo hoger uit.

Nederland importeert normaal gesproken meer elektriciteit dan het exporteert, maar in 2020 was voor het eerst in bijna veertig jaar het omgekeerde aan de hand. De export van Nederlandse stroom bereikte het hoogste niveau sinds 1976. Zowel in Duitsland als België kwam meer Nederlandse stroom uit het stopcontact, terwijl die landen minder elektriciteit hier naartoe stuurden.