Rechtbank verklaart zaak hoofdverdachte Ruinerwold ten einde

Foto: ANP

De rechtbank in Assen heeft donderdag bepaald dat de strafvervolging van Gerrit Jan van D., hoofdverdachte in de Ruinerwoldzaak, moet worden beëindigd. Van D. (68) kan volgens de rechtbank door zijn slechte gezondheid niet terechtstaan. Het doorzetten van de strafzaak tegen hem zou een schending betekenen van het recht op een eerlijk proces

Van D. liep in 2016 ernstige en blijvende hersenschade op door een beroerte. Door de beslissing van de rechtbank komt de man op vrije voeten.

Van D. werd onder meer verdacht van jarenlange vrijheidsberoving van zes van zijn negen kinderen. Zij zouden tegen hun wil zijn vastgehouden op een afgelegen boerderij in de buurt van het Drentse dorp Ruinerwold. Ook zou hij zijn kinderen hebben mishandeld en een aantal van hen seksueel hebben misbruikt. Het gezin zou in een soort religieuze ban hebben geleefd, onder aanvoering van Van D. De zaak kwam in oktober 2019 aan het licht, nadat een van de kinderen alarm had geslagen. De zaak deed veel stof opwaaien en trok internationale media-aandacht.

Klusjesman en vriend Josef B. is medeverdachte in de zaak. Hij noemde de strafzaak eerder “een heksenjacht”. De rechtbank stelde B. in oktober vorig jaar op vrije voeten, in afwachting van zijn proces, dat wel zal worden voortgezet. Het is nog niet bekend wanneer dat gaat plaatsvinden. B. en Van D. zouden samen ook een man van zijn vrijheid hebben beroofd.

Het Openbaar Ministerie heeft zelf ook aangegeven dat het strafvervolging van Van D. wil staken, omdat hij ‘procesongeschikt’ moet worden geacht. Van D.’s advocaten hadden eerder al gevraagd de strafzaak te beëindigen en hebben dit verzoek onlangs herhaald.

Aan de conclusies van het OM en vervolgens de rechtbank over de medische toestand van Van D. is uitgebreid, multidisciplinair onderzoek voorafgegaan in het Pieter Baan Centrum. De deskundigen daar waren eensluidend van oordeel dat de beperkingen van Van D. veel te ernstig waren om hem een strafproces te laten ondergaan. Van D. zou nog net kunnen begrijpen dat hij terecht zou staan, maar hij zou de inhoud van de rechtszaak niet kunnen doorgronden en zich niet tegen de beschuldigingen kunnen verweren.

Van D. is nooit in staat geweest zich naar de rechtbank in Assen te laten vervoeren voor inleidende zittingen in de zaak. In januari heeft de rechtbank hem twee dagen achtereen bezocht in het Justitieel Complex Schiphol, waar hij op dat moment in voorarrest zat. De rechtbank heeft de toestand van de man toen met eigen ogen kunnen opnemen.