Premier Mark Rutte wil erover denken of er niet meer ministers nodig zijn om het kabinetswerk nog aan te kunnen. “Zodat je die vier jaar kunt overleven en er ook gezond weer uitkomt,” zei hij een dag na het voorlopige afscheid van de opgebrande minister Bas van ’t Wout.
De burn-out van de minister van Economische Zaken was voor Kamervoorzitter Vera Bergkamp al reden om de moordende werkdruk aan het Binnenhof aan te snijden bij Rutte. Ze wil met de demissionair premier in gesprek, ook omdat die mede het gevolg zou zijn van “het samenspel tussen kabinet en Kamer”. Naast Van ’t Wout en eerder al toenmalig coronaminister Bruno Bruins kwam de afgelopen tijd ook een handvol Kamerleden overwerkt thuis te zitten.
“Ik juich dat toe”, zei Rutte na afloop van de EU-top in Brussel. Hij vat de woorden van Bergkamp naar eigen zeggen niet op als verwijt. “Volgens mij legt ze dat heel breed, ook wat kunnen we daaraan als Kamer doen.”
Een nieuw kabinet zou het eerst ook nog eens moeten worden over de taken die het moet verdelen. Maar als vervolgens blijkt dat de ministersploeg “nog ietsjes verder moet groeien, vind ik dat geen taboe”.
Rutte wijst erop dat het huidige kabinet al wat groter is dan zijn eerste. Ook krijgt het kabinet een extra staatssecretaris om een deel van het werk van Van ’t Wout over te nemen.
Bij Ruttes aantreden als minister-president wilde hij juist een kleiner kabinet omdat dat de liberaal zuiniger en slagvaardiger leek.