De rechtbank in Leeuwarden heeft drie mannen die betrokken waren bij de rellen rond het Cambuurstadion vorige maand veroordeeld tot cel- en taakstraffen. Bij twee relschoppers is het jeugdstrafrecht toegepast.
Voetbalclub SC Cambuur uit Leeuwarden speelde zondag 21 november thuis tegen FC Utrecht. Vanwege de coronamaatregelen worden wedstrijden in het betaald voetbal momenteel zonder publiek gespeeld. Een menigte met veel jongeren zorgde rond 20.00 uur buiten het stadion voor tumult. Burgemeester Sybrand Buma vaardigde een noodbevel uit. De ME en bereden politie werden ingezet. Volgens de politie was er sprake van “een regen van stenen en bierflessen” en moesten agenten hun vuurwapen richten op relschoppers.
Een 18-jarige man uit Harlingen stak zwaar vuurwerk af in de groep mensen. Een poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, aldus de rechter. Hij kreeg een taakstraf van tachtig uur en twee maanden voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd. De man had twaalf stuks Cobra 6 bij zich. Hij stak er een paar af “zonder erbij na te denken”. Naar eigen zeggen stond hij op een veilige afstand en niet te midden van een groep. “Een veilige afstand bestaat niet in zo’n chaos”, reageerde de rechter. De man, leider van een jeugdelftal en bezig met een scheidsrechterscursus van de KNVB, komt onder toezicht te staan en mag zich zes maanden lang niet in de buurt van het Cambuurstadion vertonen.
Een 19-jarige inwoner van Stiens gooide stenen naar een politiebus en wierp een fietsenrek voor een politievoertuig. De rechter legde hem een werkstraf van tachtig uur en een maand voorwaardelijke jeugddetentie op. Een man van 21 uit Leeuwarden kreeg een gevangenisstraf van 75 dagen, waarvan zestig dagen voorwaardelijk, voor het gooien van stenen naar een politiebus. Het onvoorwaardelijke deel is gelijk aan zijn voorarrest. Beide mannen kregen eveneens een locatieverbod van een half jaar.
De drie gaven toe dat ze op zoek waren naar sensatie, maar ontkenden dat via social media afspraken waren gemaakt over de rellen. Vier andere verdachten verschijnen op een later moment voor de rechter.