Testen alternatieven voor zandzakken succesvol verlopen

Foto: ANP

Waterschap Limburg heeft woensdag in Roermond testen met vier alternatieven voor zandzakken bij het voorkomen van overstromingen succesvol afgerond. Dat zei testprojectleider Juus Teensma. Het schap wil sneller reageren op hevige stortbuien en overstromingen, en daarbij duurt het vullen en verspreiden van zandzakken volgens het schap erg lang, en is bovendien erg arbeidsintensief. De vier systemen die woensdag uitgeprobeerd werden, kunnen door weinig mensen snel worden uitgerold of geplaatst. Bovendien wordt geen zand, maar water gebruikt als ballast.

De test woensdag vond plaats bij een laaggelegen groenstrook langs de Roer, die de brandweer onder water zette om de waterkeringen te testen. Vier systemen werden uitgetest: een waarbij een kunststof slang met water werd gevuld, een soortgelijke met een rubberen slang, en verder een waterkering met aluminium schotten en met aan elkaar gekoppelde plastic bakken vol water. Volgens Teens voldeden alle systemen.

Het schap testte ook wat er bij overbelasting gebeurt. De plastic bakken konden niet meer dan 50 centimeter aan hoogwater aan, bleek. En de kunststof slangen gingen drijven door wegspoelen van de ondergrond. Drijvende slangen kunnen geen water tegenhouden. “Dat betekent dat de ondergrond erosievrij, dus van gras of beton, in elk geval niet van zand moet zijn”, aldus Teens.

Het schap wil weten of de alternatieven toepasbaar zijn op plekken waar als gevolg van hevige neerslag wateroverlast kan ontstaan. “Een belangrijk aspect is ook de snelheid waarmee het water kan worden gekeerd”, aldus dijkgraaf Patrick van der Broeck. Met water gevulde slangen met een hoogte van 60 centimeter kunnen over een lengte van honderd meter per uur worden opgebouwd. Komt het water nog hoger, dan helpen de aluminium keringen tot 2,40 meter hoog. Dit soort systemen kan volgens Van der Broeck vijf tot tien keer sneller worden neergezet dan zandzakken.

“We kunnen overstromingen van de Maas er niet mee tegenhouden”, zei Van der Broeck. “Wel kunnen we waterstromen vanaf hellingen bij hevige regen omleiden zodat ze net niet een dorpskern in lopen.”