Halsema gaat boetes nachtclubs niet innen

Foto: ANP

De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema ziet af van de boetes voor de nachtclubs die op 12 februari meededen aan De Nacht staat op. Dat doet ze “bij wijze van hoge uitzondering” vanwege de bijzondere omstandigheden waarin de nachtclubs verkeerden door de coronamaatregelen.

“De nachtclubs stonden al twee jaar achter in de rij bij versoepelingen en zijn zwaar geraakt door de coronamaatregelen, zowel financieel als mentaal”, aldus Halsema. “Zij hebben de regels op de valreep van versoepeling overtreden met een symbolische actie om aandacht te vragen voor hun nijpende situatie.”

Bij de protestactie openden diverse clubs de deuren, tegen de toen geldende coronamaatregelen in. Halsema had de eigenaren op voorhand gewaarschuwd dat als ze open zouden gaan, ze een dwangsom riskeerden. Na het protest liet de gemeente weten dat zeker 24 Amsterdamse clubs een boete van 4500 konden verwachten.

Tijdens een raadsvergadering een paar dagen na de actie hintte de burgemeester er al op waarschijnlijk af te zien van de boetes. De gemeente kon nog afzien van de invordering als clubs een zogeheten zienswijze zouden sturen, zo legde Halsema toen uit. Na overweging van alle zienswijzen is dat inderdaad besloten, laat de burgemeester vrijdag weten.

De actie werd aangekondigd door brancheorganisatie Nachtbelang en het Overleg Amsterdamse Clubs (OAC). De initiatiefnemers waren het zat dat bij de plannen van het kabinet om de samenleving te heropenen niet aan het nachtleven werd gedacht. In het hele land sloten clubs zich bij de actie aan.

“Halsema heeft dit op een fantastisch nette manier afgehandeld”, zegt voorzitter van OAC, Pieter de Kroon. “De gemeente en Halsema dragen het clubleven een warm hart toe, dat hebben we echt gemerkt tijdens de coronatijd. We hielden er wel rekening mee eventueel een boete te krijgen, want zij zat ook in een spagaat met Den Haag en andere burgemeesters, dus we begrepen dat ze de boetes moest opleggen.”

Halsema zegt verder opgelucht en blij te zijn dat “we de beperkingen inmiddels achter ons hebben kunnen laten” en dat de clubs “weer een feest maken van het Amsterdamse nachtleven”.