Nog langer tekort aan medicijn tegen ernstige oogaandoeningen

Foto: ANP

Voor honderden Nederlandse oogpatiënten die het risico lopen om ernstig slechtziend of zelfs blind te worden, zullen ook het komende jaar niet genoeg medicijnen beschikbaar zijn. De enige fabrikant van het middel Visudyne heeft al lange tijd productieproblemen en kan niet aan de wereldwijde vraag voldoen.

Eerder was de verwachting dat het middel in de loop van dit jaar weer voldoende beschikbaar zou zijn, maar de fabrikant verwacht nu dat het pas eind 2023 wordt, melden het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers schrijft aan de Tweede Kamer dat hij meeleeft met patiënten “die nu voor nog langere tijd in onzekerheid verkeren over hun behandeling”.

Het Duitse bedrijf Cheplapharm produceert het medicijn in een Amerikaanse fabriek. Het valt niet zomaar te bereiden door apothekers, zeggen de betrokken instanties, want de benodigde grondstof is niet beschikbaar én het middel is zeer complex.

In totaal worden in ons land per jaar ongeveer zevenhonderd patiënten met Visudyne behandeld aan specifieke aandoeningen aan het netvlies. In het bijzonder gaat het om aantasting van de macula of gele vlek, het centrale deel van het netvlies waarmee iemand bijvoorbeeld leest of gezichten herkent. “Wanneer deze patiënten niet meer behandeld kunnen worden met Visudyne, kan dit leiden tot ernstige slechtziendheid of zelfs blindheid”, aldus CBG, IGJ en de oogartsen.

Het medicijn wordt momenteel “mondjesmaat geleverd” en wordt al langere tijd door artsen vooral nog verstrekt aan de patiënten die de grootste risico’s lopen op slechtziendheid. Daarvoor hebben de oogartsen vorig jaar al een “prioriteringsschema” opgesteld.

Het Oogfonds, dat opkomt voor patiënten, zei eerder al te betreuren dat mensen nu niet de behandeling krijgen die ze nodig hebben. Voor de langere termijn hoopt de organisatie dat meer bekend wordt over de oorzaken en mogelijke behandeling van de aandoeningen. Daarom steunt de organisatie wetenschappelijk onderzoek hiernaar. “Zodat we in de toekomst minder afhankelijk zijn van één medicijn.”

Minister Kuipers ziet ook geen oplossing voor de kortere termijn. Hij herhaalt nog eens dat ziekenhuisapothekers het middel niet kunnen bereiden en maakt duidelijk dat zowel het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) als het CBG zich inspannen om patiënten zo goed mogelijk toch te voorzien. “Nederland zal bij het EMA blijven aandringen op het onderzoeken van de oplossingsrichtingen”, voegt hij eraan toe.