Uitspraak over compensatie oorlogsschade Japanse bezetting

Foto: ANP

De rechtbank doet woensdag uitspraak over de compensatie die slachtoffers willen voor de oorlogsschade die zij hebben opgelopen tijdens de Japanse bezetting in het voormalig Nederlands-Indië. Het gaat om vijftien Nederlanders en de Stichting Japanse Ereschulden die een schadevergoeding van de Staat hebben geëist. Onder de individuen zijn mensen die zelf slachtoffer zijn geweest en familieleden van slachtoffers.

Japan was tijdens de Tweede Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland. Tijdens de Japanse bezetting in het voormalig Nederlands-Indië werden zowel burgers als krijgsgevangenen in Japanse concentratiekampen opgesloten. Hier werden mensen uitgehongerd, ingezet als dwangarbeiders en gemarteld. Ook vonden er executies plaats. Japan capituleerde op 15 augustus 1945.

De groep vindt dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door Japan in zijn visie de schade te laten afkopen, wat gebeurde via het Vredesverdrag van San Francisco in 1951 en het Stikker-Yoshida Protocol in 1956.

Volgens een advocaat van de Stichting Japanse Ereschulden heeft een aantal overlevenden ooit wel een “fooi” gekregen, maar stond dit niet in verhouding tot wat er voor de slachtoffers van de oorlog in het Europese deel van het koninkrijk is geregeld. De Staat verzet zich hiertegen, en haalde tijdens een zitting onder meer aan dat het sluiten van de verdragen met Japan destijds in het algemeen belang was.