Huisartsen spreken patiënten vaker kort dan voor de pandemie

Foto: ANP

Wie hulp vraagt van de huisarts is vaker binnen vijf minuten klaar dan voor de coronapandemie, berekende onderzoeksinstituut Nivel. In het voorjaar van 2022 hielden huisartsen 35 procent meer consulten van een paar minuten dan in 2019.

Zulke korte gesprekken worden vaak via de telefoon of per e-mail gevoerd en dat is volgens Nivel ook meteen de mogelijke verklaring voor de toename van de afgelopen jaren. Omdat zowel huisartsen als patiënten tevreden zijn over het voeren van consulten op afstand is het volgens het instituut “denkbaar dat deze verschuiving in het type contact blijvend is”.

Het totaalaantal consulten bij de huisarts ligt weer ongeveer op hetzelfde niveau als voor de pandemie. Het aantal langere gesprekken, tot twintig minuten, lag begin dit jaar nog zo’n 10 procent onder het niveau van 2019.

Huisartsen gaan ook minder op huisbezoek dan voor de coronacrisis. Vooral bezoeken aan patiënten met chronische aandoeningen vinden een stuk (25 tot 30 procent) minder plaats. Hoe dat komt moet volgens Nivel nog verder worden onderzocht, maar “mogelijk is er een relatie met de hoge werkdruk voor huisartsen”.

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) noemt dat “een heel aannemelijke reden”. De hoge werkdruk bij huisartsen hangt samen met een hoog ziekteverzuim, aldus een woordvoerster. Daarnaast houden huisartsen waarschijnlijk ook met mensen met een chronische aandoening vaker telefonisch of digitaal contact. De LHV stelt net als Nivel dat patiënten zich prettig voelen bij zo’n gesprek op afstand.

Patiëntenfederatie Nederland is van mening dat een consult op afstand inderdaad een prima optie is. Veel simpele vragen kunnen gemakkelijk telefonisch of digitaal worden beantwoord, legt een woordvoerder uit. “Maar het moet wel altijd mogelijk blijven om langs te gaan bij de huisarts, of om een bezoek aan huis te krijgen.” De federatie heeft nog geen klachten gekregen over het uitblijven van een huisbezoek terwijl de patiënt dat wel wilde.