Hogere bonus voor gemeenten die snel asielplekken aandragen

Foto: ANP

Gemeenten die zich meteen melden om extra opvangplekken voor asielzoekers te realiseren, krijgen een hogere uitkering dan gemeenten die dat pas later doen. In de eerste landelijke ronde waarin gemeenten vrijwillig extra opvangplekken aandragen, krijgen zij 2500 euro per plek. Als er daarna nog onvoldoende opvangplekken zijn, kunnen gemeenten alsnog in de tweede ronde een bonus krijgen, maar die is 1500 euro per plek. Dat staat in de uitwerking van de spreidingswet. Die uitwerking is vrijdag naar de Tweede Kamer gestuurd.

“Dit onderscheid wordt gemaakt om gemeenten een financiële prikkel te bieden om zoveel als mogelijk duurzame opvangplaatsen in de landelijke inbrengfase aan te bieden”, zo staat in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Duurzame opvangplaatsen moeten minimaal vijf jaar beschikbaar zijn en plek bieden aan minstens honderd asielzoekers. Het mogen verschillende kleinschalige opvanglocaties zijn.

Elke twee jaar wordt op basis van prognoses over de asielinstroom bepaald hoeveel opvangplekken er in heel Nederland nodig zijn. Dat wordt vertaald in een indicatie van de opvangopgave per provincie en een indicatieve verdeling per gemeente. Op basis daarvan kunnen gemeenten “bepalen hoeveel opvangplaatsen zij vrijwillig willen aanbieden in de landelijke inbrengfase”, aldus de AMvB.

De resterende opvangplaatsen na die eerste landelijke ronde worden opnieuw indicatief verdeeld. Ook in deze fase kunnen gemeenten zich alsnog vrijwillig melden. Gemeenten kunnen onderling afspraken maken over een verdeling van de resterende provinciale opvangplekken “die past bij de lokale omstandigheden”.

Als ook dit tot onvoldoende opvang leidt, bepaalt officieel de minister van Justitie en Veiligheid (maar in de praktijk de staatssecretaris verantwoordelijk voor asielzaken) per gemeente hoeveel asielzoekers zij moet opvangen. Daarbij wordt gestreefd “naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling over het grondgebied van Nederland”, maar er wordt ook gekeken naar de duur en de omvang van eerder geboden asielopvang. “Mede omdat de omstandigheden per provincie en per gemeente kunnen verschillen, zal de weging ten behoeve van besluitvorming per situatie verschillen.”

Voordat het kabinet daadwerkelijk gaat ingrijpen, krijgt een gemeente eerst een waarschuwing en daarna een vooraankondiging. Als een gemeente dit in de wind slaat, gaat de minister zelf regelen dat de benodigde opvangplekken er komen. Tegen dat besluit kan de gemeente in bezwaar en beroep.