Collectief: agrarisch natuurbeheer goed voor imago landbouwsector

Foto: ANP

De provincie Zeeland zou graag zien dat er meer percelen vrijkomen voor behoud van natuur en landschap, blijkt uit de conceptversie van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Daarin heeft ze een medestander in voorzitter Rinus van ’t Westeinde van Poldernatuur Zeeland: een collectief van landbouwers die meedoen aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

“Het is goed voor het imago van de landbouwsector als boeren maatregelen nemen die goed zijn voor de biodiversiteit”, vindt Van ’t Westeinde. “Bovendien is het leuk om mee te doen. Zeker als je bijvoorbeeld merkt dat het aantal leeuweriken toeneemt of als er kleurige randen met bloemen langs de akkers ontstaan.”

De Zuid-Bevelandse fruitteler legt uit dat Poldernatuur Zeeland is ontstaan uit de samenwerking van negen agrarische natuurverenigingen (ANV’s). “Bij het agrarisch natuurbeheer in Zeeland richten grondeigenaren tegen een vergoeding een perceel of een deel van daarvan zodanig in dat ze aantrekkelijk zijn voor bijvoorbeeld de patrijs en leeuwerik.”

Om het voor de vogels aantrekkelijk te maken op en rond de akkers leggen de agrarische natuurbeheerders stroken met hoge en lage vegetatie aan. Ook zorgen ze voor stroken zonder begroeiing, de zogenoemde zwarte stroken. “De stroken met lage vegetatie zijn voor het foerageren, in de stroken met hoge vegetatie kunnen de vogels zich schuilhouden of broeden en in de zwarte stroken kunnen ze een stofbad nemen.”

Dit jaar doen via Poldernatuur Zeeland 350 grondeigenaren mee aan het agrarisch natuurbeheer. “Voor die deelnemers is in totaal 3,8 miljoen euro beschikbaar. De ene helft komt van het Rijk en de andere helft van Europa.”

Poldernatuur Zeeland dient als collectief de aanvragen voor de beheersvergoedingen in bij de provincie. Die beslist welke aanvragen worden gehonoreerd. Momenteel is in Zeeland 1000 tot 1100 hectare in gebruik voor agrarisch natuurbeheer. De provincie wil daar volgens Van ’t Westeinde graag 40 hectare aan toevoegen.

Verder denkt Van ’t Westeinde dat agrarisch natuurbeheer nog aantrekkelijker kan worden gemaakt door de administratieve regelgeving voor de deelnemers te vereenvoudigen. “Ook zou het goed zijn als de deelnemers contracten voor langere tijd kunnen afsluiten. In de meeste gevallen lopen die nu zes jaar. Als je daar achttien jaar van maakt, hebben de boeren meer zekerheid.”