Advies: Nederlandse steun aan Oekraïne blijft onverminderd urgent

Foto: ANP

De Nederlandse steun aan Oekraïne blijft “onverminderd noodzakelijk en urgent”, zeker nu de westerse eensgezindheid wankel wordt. Tegelijk moet volgens de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een belangrijk adviesorgaan van kabinet en parlement, de weerbaarheid van Nederland versterkt worden omdat de dreiging voor de veiligheid groter wordt.

Sinds de Russische inval in Oekraïne deze week precies twee jaar geleden behoort Nederland tot de koplopers als het gaat om militaire, diplomatieke en financiële steun aan de regering in Kyiv. Een nieuw kabinet zal dat beleid volgens de AIV dus moeten voortzetten. De winnaar van de verkiezingen, de PVV, wil de Oekraïners geen hulp geven, maar staat daarin vrijwel alleen in het parlement.

Tot voor kort was er consensus in het Westen over hulp aan Oekraïne, maar het adviesorgaan ziet “tekenen van aantasting van de steunbereidheid”. De grootste bedreiging komt van de vermoedelijke Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump. Hij wil stoppen met de miljardenhulp die de huidige president Joe Biden geeft.

Nederland moet standvastig blijven in zijn hulp, vindt de AIV. Daarvoor is het nodig dat er structureel extra geld naar Defensie gaat bovenop de binnen de NAVO afgesproken 2 procent van het bruto nationaal product. Daarnaast moet er geld worden vrijgemaakt voor de wederopbouw van Oekraïne. “Dit alles vraagt van de regering heldere keuzes en duidelijke communicatie”, zeker nu de oorlog nog lang lijkt voort te duren.

Verder is het volgens de AIV “essentieel” dat Nederland voldoende voorbereid is op een conflict of oorlog in Europa. Dat betekent dat er meer geld moet naar de wapenindustrie en de Europese lidstaten binnen de NAVO een veel grotere rol op zich nemen, zodat zij uiteindelijk zonder Amerikaanse hulp een operatie in Europa kunnen uitvoeren. En daarbij moet Oekraïne perspectief houden op het EU- en NAVO-lidmaatschap. Tegelijk moet een nieuwe manier worden gevonden om zich te verhouden tot Rusland, aldus het advies.