Nabetaling aan Brussel valt lager uit dan verwacht

Foto: ANP

Een naheffing die Nederland moet betalen aan de Europese Unie over het jaar 2021, valt lager uit dan eerder was verwacht. Het gaat om een bedrag van 216 miljoen euro, waar eerder rekening werd gehouden met 320 miljoen euro. Dat meldt demissionair minister Steven van Weyenberg (Financiën) aan de Tweede Kamer.

De extra afdracht is het gevolg van een onderschatting van het bruto nationaal inkomen (bni) in 2021. Dat cijfer, waar de afdracht van de lidstaten aan de EU op is gebaseerd, viel in dat jaar ruim 33 miljard euro hoger uit dan eerder geraamd. Dat kwam door hoger dan verwachte winsten van beursgenoteerde houdstermaatschappijen en ramingen uit de coronaperiode die te voorzichtig bleken.

Het gebeurt vaker dat Nederland geld moet bijbetalen aan Brussel omdat het bni hoger uitvalt dan verwacht. Soms krijgt Nederland ook geld terug, omdat het nationaal inkomen lager is. De precieze bedragen laten zich niet altijd direct voorspellen, die zijn ook afhankelijk van de uitkomsten in andere landen. Uiteindelijk blijft de totale afdracht van alle lidstaten gelijk.

Het is deze week al de tweede keer dat Van Weyenberg een ‘Brusselse’ meevaller kan melden. Eerder bleek dat Nederland van de Europese Commissie ruim 600 miljoen euro aan te veel betaalde douanerechten terugkrijgt.