Europese beurzen sluiten met winst

Foto: ANP

De Europese beurzen zijn vrijdag met winst het weekend ingegaan. Beleggers verwerkten onder meer het officiële Amerikaanse banenrapport en de uitkomsten van de handelsgesprekken tussen China en de VS. Verder kwamen diverse bedrijven met handelsupdates, onder meer in de luchtvaart- en de financiële sector.

De toonaangevende AEX-index sloot 0,7 procent hoger op 555,70 punten. De MidKap steeg 0,4 procent tot 792,47 punten. De beurzen in Parijs, Londen en Frankfurt stegen 0,3 tot 1 procent.

Air France-KLM herstelde deels van het forse openingsverlies van zo’n 7 procent, maar was met een min van 2,9 procent nog altijd de grootste daler in de MidKap. De stakingen bij luchtvaartmaatschappij Air France drukken duidelijk op het resultaat van het bedrijf. Analisten interpreteerden het handelsbericht zelfs ,,als een winstwaarschuwing”.

Concurrent IAG deed wel goede zaken en steeg in Londen bijna 6 procent. Het moederbedrijf van British Airways, Iberia, Vueling en Aer Lingus heeft de winst in het eerste kwartaal fors verhoogd dankzij een groeiende vraag naar vliegreizen en stijgende ticketprijzen. Norwegian Air verloor in Oslo 10 procent na afwijzing van een overnamevoorstel van IAG.

Europese banken stonden in de schijnwerpers na een reeks van resultaten in de sector. In Parijs daalde Société Générale ruim 5 procent na tegenvallende kwartaalcijfers. BNP Paribas, de grootste bank van Frankrijk, zag de inkomsten in het eerste kwartaal ook dalen en verloor 1,2 procent. In Londen zakte HSBC 1 procent na een winstdaling in het afgelopen kwartaal. De Britse bank kondigde verder een aandeleninkoopprogramma aan tot 2 miljard dollar.

Bij de hoofdfondsen in Amsterdam eindigde staalfabrikant ArcelorMittal bovenaan met een winst van 2,8 procent. Grootste daler was supermarktconcern Ahold Delhaize met een min van 2,4 procent na een adviesverlaging door JPMorgan.

In Zürich beleefde logistiek dienstverlener Ceva Logistics een slecht beursdebuut. Het voormalige TNT Logistics kelderde ruim 7 procent.

De euro was 1,1938 dollar waard, tegen 1,1958 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1 procent meer op 69,10 dollar. Brentolie steeg 1,1 procent in prijs tot 74,39 dollar per vat.