Lager slot Wall Street op Fed-dag

Foto: ANP

De beurzen in New York zijn woensdag lager gesloten. De handelsdag stond vooral in teken van het rentebesluit van de Federal Reserve. De koepel van centrale banken verhoogde de rente zoals verwacht met een kwart procentpunt en schroefde verder zijn verwachtingen voor het tempo van toekomstige renteverhogingen wat op.

De Dow-Jonesindex eindigde 0,5 procent lager op 25.201,20 punten. De brede S&P 500 speelde 0,4 procent kwijt op 2775,63 punten en technologiebeurs Nasdaq ging 0,1 procent omlaag naar 7695,70 punten.

De belangrijkste boodschap van de Fed was eigenlijk dat de Amerikaanse economie het momenteel erg goed doet. Daardoor zijn de vooruitzichten gunstig, wat betekent dat het stimulerende beleid van de centrale bank verder afgebouwd kan worden. De Fed blijft de situatie wel voortdurend in de gaten houden. We gaan niet over op de automatische piloot, zo grapte Fed-voorzitter Jerome Powell. Ook wilde hij ,,nog niet de overwinning uitroepen” wat betreft het op het gewenste niveau brengen van de inflatie.

De koers van de dollar stuiterde wat op en neer terwijl de Fed een persconferentie hield, maar veranderde toch niet heel veel in waarde. Uiteindelijk werd de euro voor 1,1790 dollar verhandeld, tegen 1,1783 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag.

Afgezien van het Fed-nieuws stond de media- en entertainmentbranche in de schijnwerpers. Een Amerikaanse rechter heeft toestemming gegeven voor de overname van mediaconcern Time Warner (plus 1,8 procent) door telecomgigant AT&T (min 6,2 procent). De deal ter waarde van 85 miljard dollar stuitte eerder nog op mededingingsbezwaren.

De uitspraak heeft ook gevolgen voor branchegenoten Comcast (min 0,2 procent) en 21st Century Fox (plus 7,5 procent). Comcast was al bezig met het voorbereiden van een bod op grote delen van Fox, maar wilde dit alleen echt uitbrengen als de deal tussen AT&T en Time Warner goedgekeurd zou worden. Direct na de slotbel op woensdag werd het bod dan eindelijk aangekondigd.

De olieprijzen zaten in de lift. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent meer waard op 66,68 dollar. Brentolie won 1 procent in prijs tot 76,63 dollar per vat.