De economie van de eurozone is sterk genoeg om de toegenomen risico’s door bijvoorbeeld de handelsspanningen in de wereld te weerstaan. Met die stelling rechtvaardigde president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) het plan om met ingang van volgend jaar helemaal te stoppen met zijn omvangrijke opkoopprogramma van obligaties.
De rentetarieven van de centrale bank blijven waarschijnlijk wel minimaal tot de zomer van 2019 op hun huidige, historisch lage niveaus. Voor bijvoorbeeld de rente op hypotheken of spaarproducten verandert er voorlopig dus weinig.
De ECB pompt door het opkopen van obligaties maandelijks nog altijd 30 miljard euro in de economie van het eurogebied. Het is de bedoeling dat dit bedrag per oktober wordt gehalveerd tot 15 miljard euro en na december helemaal tot nul wordt teruggebracht. De beleidsmakers houden nog wel een slag om de arm. Als er opeens nog iets onverwachts gebeurt met de inflatie dan kan het zijn dat ze nog van koers wijzigen.
Voorlopig ziet het beeld er evenwel goed uit. De prognose voor de inflatie is zelfs wat naar boven bijgesteld, meer richting het niveau dat de ECB voor ogen heeft. Alleen de voorspelling voor de economische groei in de eurozone in 2018 is iets verlaagd, van 2,4 procent groei naar een plus van 2,1 procent. Volgens Draghi gaat het nog steeds om een ,,sterke groei”.
De herfinancieringsrente blijft de komende tijd niettemin 0 procent, wat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de centrale bank. De depositorente staat nog altijd op min 0,4 procent, waardoor banken geld toeleggen op de middelen die ze bij de ECB stallen. Draghi had eerder al eens gezegd pas te willen gaan nadenken over het opschroeven van de rente als het opkoopprogramma afgelopen zou zijn.
Er was de laatste tijd steeds meer kritiek op het stimuleringsbeleid van de ECB, vanwege negatieve bijwerkingen en omdat het eurogebied zijn crisisjaren volgens deskundigen nu toch wel te boven is. De beursgraadmeters op de aandelenmarkten veerden dan ook op nadat het nieuws van de ECB naar buiten kwam. De euro verloor daarbij ruim 1 procent in waarde ten opzichte van de dollar.