De beurs in Amsterdam is dinsdag hoger gesloten, net als de markten elders in Europa. Oliedienstverlener SBM Offshore kreeg zware klappen op het Damrak na een adviesverlaging, terwijl navigatiebedrijf TomTom werd beloond voor een verhoging van de verwachtingen. Verder verwerkten beleggers een verklaring van president Jerome Powell van de Federal Reserve in het Amerikaanse Congres.
De AEX-index op Beursplein 5 steeg 0,2 procent tot 559,19 punten. De MidKap zakte 0,2 procent tot 776,55 punten. In Parijs, Londen en Frankfurt werden winsten behaald tot 0,8 procent. Powell verklaarde dat de Fed voorlopig doorgaat met het geleidelijk verhogen van de rente en dat de Amerikaanse economie het de komende tijd goed zal blijven doen.
SBM Offshore kelderde 16,6 procent in de MidKap na een afwaardering door Bernstein. Volgens de analisten is er toch een grote kans op een hogere boete voor het bedrijf in de Braziliaanse corruptiezaak.
TomTom was juist koploper met een plus van 7,3 procent. Het bedrijf voorziet nu een jaaromzet van 825 miljoen euro. Dat is 25 miljoen euro meer dan bij een eerdere raming. Vooral de diensten aan de auto-industrie brachten meer op. De omzet bij de consumentendivisie daalden minder hard dan verwacht. Topman Harold Goddijn benadrukte niet van plan te zijn om de divisie van de hand te doen of af te splitsen.
Bij de hoofdfondsen ging verzekeraar ASR aan kop met een winst van 3,1 procent. Telecomconcern KPN sloot de rij met een verlies van 2 procent.
In Brussel toonde Greenyard (plus 20,6 procent) herstel. De Belgische groenteleverancier raakte een dag eerder ruim een derde aan beurswaarde kwijt vanwege een onderzoek naar mogelijke doden door groenten die besmet zijn met de listeria-bacterie.
Casino won ruim 3 procent in Parijs na goed ontvangen omzetcijfers van het Franse supermarktconcern. In Londen klom Royal Mail 1,8 procent. De Britse postbezorger zag de omzet afgelopen kwartaal met 2 procent stijgen. In Oslo verloor het Noorse telecombedrijf Telenor 4 procent na publicatie van resultaten.
De euro was 1,1675 dollar waard, tegen 1,1706 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,9 procent tot 67,48 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent meer op 71,93 dollar per vat.