Banken in mineur op Wall Street door Turkije

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met verlies gesloten. Wall Street keek naar Turkije waar de lira in vrije val raakte, onder meer door een door president Donald Trump aangekondigde extra sanctie. Beleggers zijn bevreesd dat de crisis als gevolg van de daling van de lira en de sterk oplopende inflatie overslaat op andere markten. Onder meer banken werden lager gezet, in navolging van hun branchegenoten in Europa.

De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent lager op 25.313,14 punten. De breed samengestelde S&P 500 verloor 0,7 procent tot 2833,28 punten. Technologiebeurs Nasdaq leverde eveneens 0,7 procent in en stond op 7839,11 punten.

Amerikaanse banken reageerden op de daling van de Europese bankensector en de Turkse crisis. Hoewel de Amerikaanse banken weinig blootstelling hebben aan Amerikaanse schulden, daalden Bank of America, Citigroup, Morgan Stanley en JPMorgan Chase tot 2,4 procent.

Ook chipmakers stonden in de belangstelling door een sectorrapport van analisten van Morgan Stanley. Die zeiden weinig opwaarts potentieel te zien door onder meer handelsspanningen en oplopende voorraden. Onder meer Intel (min 2,6 procent), AMD (min 0,2 procent), Broadcom (min 2 procent) en Microchip (min 10,9 procent) werden lager gezet.

Chipmaker Qualcomm (min 0,4 procent) bereikte bovendien een schikking met Taiwanese mededingingsautoriteiten. Een eerdere boete van circa 778 miljoen dollar vanwege de manier waarop Qualcomm de prijzen voor zijn chips en licenties bepaalt, werd verlaagd tot 93 miljoen dollar. Daarnaast beloofde Qualcomm de komende vijf jaar 700 miljoen dollar te investeren in productielocaties in Taiwan.

Dropbox leverde een kleine 10 procent in. Het aandeel was donderdag flink gestegen vooruitlopend op de kwartaalcijfers en speelde die winst nu weer kwijt. De omzet van de cloudopslagdienst viel hoger uit dan geraamd en ook de klantenaanwas was sterker dan waar door marktkenners rekening mee werd gehouden. De operationeel directeur stapte echter op.

GE zou zijn energie-tak van de hand willen doen en daarvoor banken in de arm hebben genomen. Het aandeel leverde 1,3 procent in.

De euro was 1,1403 dollar waard, tegen 1,1412 dollar bij het slot van de handel in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 1,4 procent duurder op 67,72 dollar. Brentolie steeg 1,2 procent in prijs tot 72,90 dollar per vat.