Wall Street laat zorgen Turkije links liggen

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York gingen dinsdag omhoog. Beleggers op Wall Street schoven de zorgen over Turkije duidelijk wat aan de kant. Er werd ook amper gereageerd op een Turks dreigement over een boycot op Amerikaanse elektronica zoals iPhones van Apple.

De Dow-Jonesindex sloot met een winst van 0,5 procent op 25.299,92 punten. De breed samengestelde S&P 500 steeg 0,6 procent tot 2839,96 punten. Technologiebeurs Nasdaq kreeg er 0,7 procent bij op 7870,90 punten.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan reageerde met zijn boycot-dreigement op de hogere tarieven en sancties die de Verenigde Staten eerder tegen Turkije instelden. Dat gebeurde vanwege het dispuut over de Amerikaanse predikant Andrew Brunson die in Turkije vastzit.

Het aandeel Apple noteerde een plusje van 0,4 procent. De vraag blijft in hoeverre Amerikaanse elektronicafabrikanten echt last krijgen van de Turkse boycot. Turkije is goed voor 82 miljoen consumenten, maar een boycot zou volgens kenners vrij eenvoudig te omzeilen zijn.

Tesla, dat 2,5 procent inleverde, trok ook weer de aandacht. Topman Elon Musk heeft laten weten dat hij samenwerkt met de bank Goldman Sachs en investeringsmaatschappij Silver Lake Partners bij zijn plan om de fabrikant van elektrische auto’s van de beurs te halen. Er is tevens een speciaal comité voor de beursexit-plannen in het leven geroepen.

Verder zakte doe-het-zelfketen Home Depot na een kwartaalbericht 0,5 procent, ondanks een verhoging van de winst- en omzetprognose voor het hele jaar. McDonald’s eindigde met een koerswinst van bijna 2 procent. De fastfoodketen steekt miljarden in het opknappen van duizenden restaurants.

Ook Kroger (plus 1,8 procent) was in het nieuws. De supermarktketen gaat via het Chinese webwinkelbedrijf Alibaba (min 2,9 procent) online producten aan de man brengen in China. Kenners rekenden al op de stap, als reactie op de eerdere overname van supermarkt Whole Foods door de Amerikaanse retailgigant Amazon (plus 1,2 procent).

De euro was 1,13445 dollar waard, tegen 1,1359 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg een fractie tot 67,21 dollar. Brentolie kostte juist een fractie minder op 72,59 dollar per vat.