Exportverboden van chipmachines naar China werken niet en doen daarnaast ook de Verenigde Staten pijn. Dat zegt Peter Wennink, de topman van de Nederlandse chipmachinefabrikant ASML. Volgens hem wordt de technologische vooruitgang in China wel vertraagd maar niet gestuit. Ondertussen verliezen niet-Chinese bedrijven, zoals ASML, een belangrijke afzetmarkt.
“Als je China toegang tot de technologie ontzegt, kost dat ook niet-Chinese economieën veel banen en veel inkomsten”, zei Wennnik tijdens een digitale bijeenkomst. Als de Verenigde Staten helemaal geen zaken meer doet met China op het gebied van halfgeleiders, kost dat de VS volgens Wennink tussen 80 miljard dollar en 100 miljard dollar en zo’n 125.000 banen. Hij verwees daarbij naar schattingen van het Amerikaanse ministerie van Handel.
Handelsspanningen tussen China en de Verenigde Staten hebben ervoor gezorgd dat ASML zijn hypermoderne EUV-machines niet naar China kan exporteren. Voor de export van die apparaten wacht het bedrijf nog altijd op een Nederlandse exportvergunning voor China.
Wennink heeft eerder gezegd te hopen dat onder de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden wat meer internationaal zal worden overlegd. Op een grotere omslag in het Amerikaanse beleid richting China durfde hij eind vorig jaar nog niet te rekenen.