Inflatie eurozone stijgt nog, maar veel minder hard

Foto: ANP

De inflatie in de eurozone is in december verder gestegen, meldt het Europees statistiekbureau Eurostat op basis van een eerste schatting. De geldontwaarding kwam uit op 5 procent ten opzichte van december 2020. Dat is maar iets hoger dan de inflatie in november, die 4,9 procent bedroeg. Daarmee lijkt een einde te zijn gekomen aan maanden van sterke toenames van de inflatie.

Het percentage over december is wel een recordstand. Sinds de invoering van de euro was de inflatie nog niet eerder zo hoog. Economen hadden in doorsnee bovendien gerekend op een lichte afname tot 4,8 procent.

De belangrijkste aanjagers van de inflatie zijn nog altijd de hoge energieprijzen. Daar moest op jaarbasis 26 procent meer voor worden betaald. Voedsel, alcohol en tabak waren 3,2 procent duurder dan in december 2020. Zonder die categorieën, die vaak instabiel zijn qua prijs, kwam de inflatie uit op 2,6 procent. Die zogeheten kerninflatie was gelijk aan die in november.

De voortekenen voor de Europese inflatie waren al gunstig, want de Duitse inflatie viel in december lager uit en die in Frankrijk bleef gelijk aan november. In Nederland kwam de geldontwaarding volgens de Europees geharmoniseerde methode 6,4 procent hoger uit dan een jaar eerder, meldde het CBS al eerder vrijdag op basis van voorlopige cijfers. Estland heeft met 12 procent de hoogste inflatie van de eurozone, Portugal en Malta met 2,8 en 2,6 procent de laagste.