G7-landen willen 600 miljard dollar werven voor infrastructuur

Foto: ANP

De leden van de G7 streven ernaar om in vijf jaar tijd 600 miljard dollar (570 miljard euro) aan particuliere en openbare fondsen te werven voor de financiering van infrastructuur in ontwikkelingslanden, meldt het Witte Huis. De VS nemen 200 miljard dollar daarvan voor hun rekening, de Europese Unie 300 miljard. Het G7-initiatief krijgt als titel Partnership for Global Infrastructure and Investment (PGI) en dient als tegenwicht voor het vergelijkbare Belt and Road Initiative (BRI) van China.

De Amerikaanse president Joe Biden zal de plannen samen met leiders uit Groot-Brittannië, Duitsland, Japan, de EU en Canada onthullen, tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst die dit jaar wordt gehouden in het Schoss Elmau, 75 kilometer ten zuiden van München. De Franse president Emmanuel Macron, wiens land al formeel deelneemt aan het Chinese infrastructuurprogramma, zal niet bij die onthulling aanwezig zijn. Als EU-lid is Frankrijk desalniettemin betrokken bij het G7-initiatief.

De VS beloven zich te concentreren op projecten die helpen de klimaatverandering aan te pakken en de wereldwijde gezondheid, gendergelijkheid en digitale infrastructuur te verbeteren, aldus het Witte Huis. Te denken valt aan een publiek-privaat project in Angola voor zonne-energie ter waarde van 2 miljard dollar, waarbij het Amerikaanse ministerie van Handel en de Export-Import Bank samenwerken met het Amerikaanse bedrijf AfricaGlobal Schaffer en de Amerikaanse projectontwikkelaar Sun Africa. Een voorbeeld van een kleiner project is de technische steun van 3,3 miljoen dollar aan het Institut Pasteur de Dakar in Senegal. Die organisatie ontwikkelt in dat land een fabriek voor de grootschalige productie van corona- en andere vaccins.

Het Chinese BRI-programma, dat de Chinese president Xi Jinping in 2013 lanceerde, omvat ontwikkelings- en investeringsinitiatieven in meer dan honderd landen, met projecten die onder meer spoorwegen, havens en snelwegen betreffen.

De G7 is een op economische vraagstukken gerichte overleggroep van Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan en de VS. De EU, voorheen de Europese Economische Gemeenschap, schuift sinds 1977 ook aan. Het was aan het begin in 1975 een samenkomst in een kasteel bij Parijs waar de eerste leden informeel over wereldproblemen spraken. Maar de G7 heeft steeds meer gewicht gekregen als een westerse topconferentie.