AEX vindt voorzichtig de weg omhoog, banken stevig omlaag

Foto: ANP

De AEX, de belangrijkste beursgraadmeter in Amsterdam, wist donderdag een verlies van eerder op de dag om te buigen in een plusje. De beurshandel op het Damrak kreeg een impuls van een hogere opening van Wall Street. De banken en verzekeraars konden hier echter niet van meeprofiteren.

Beleggers vrezen dat de onrust in de financiële sector nog niet voorbij is nu centrale banken ervoor kiezen om de rentes te blijven verhogen in de strijd tegen de hoge inflatie. Door de snelle stijging van de rentes zouden de omgevallen Amerikaanse regionale banken Silicon Valley Bank en Signature Bank juist in de problemen zijn gekomen.

De Amerikaanse Federal Reserve verhoogde woensdag de rente opnieuw met een kwart procentpunt. Net als de Europese Centrale Bank (ECB) vorige week liet de Fed zich daarmee niet van de wijs brengen door de recente onrust in de bankensector. Ook de Zwitserse centrale bank is bezorgder over de inflatie dan over de bankensector in het land. De rente daar ging enkele dagen na de redding van de noodlijdende bank Credit Suisse door het eveneens Zwitserse UBS met een half procentpunt omhoog.

De AEX eindigde met een plus van 0,2 procent op 743,59 punten. De MidKap, de index van middelgrote fondsen, zakte 0,1 procent tot 940,91 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs wonnen licht terrein, maar de Londense FTSE-index moest 0,8 procent inleveren.

ING, ABN AMRO en Aegon bungelden onderaan de AEX met verliezen van tussen de 1,6 en 2,8 procent. Ook AkzoNobel (min 1,5 procent) werd lager gezet. Analisten van ING haalden het verfconcern van hun kooplijst af. Prosus steeg dik 6 procent, waarmee het de grootste stijger was bij de hoofdfondsen. De techinvesteerder won woensdag al flink dankzij beter dan verwachte resultaten van Tencent. Prosus is grootaandeelhouder van dit Chinese internet- en gamebedrijf.

Ook de chipbedrijven Besi, ASMI en ASML deden goede zaken, met koerswinsten van meer dan 2 procent.

De euro was bij het slot van de handel 1,0889 dollar waard, tegen 1,0795 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,1 procent meer op 70,98 dollar. Brentolie klom 0,2 procent tot 76,86 dollar per vat.