Het is alweer een tijdje herfst en dat betekent dat er in het bos talloze kastanjes liggen. De stekelige bolsters met daarin een noot verstopt, kun je rauw eten. Maar de gepofte variant is volgens velen nog lekkerder van smaak. Bekijk hieronder hoe je deze lekkernij bereidt.
Voordat je het bos induikt om kastanjes te rapen, is het goed om te weten dat er twee soorten van zijn: de wilde en de tamme. Tamme kastanjes zijn zoet, terwijl wilde kastanjes bitter smaken. Na het eten van de laatst genoemde variant kun je buikpijn krijgen. Deze kun je dan ook beter niet nuttigen.
Je kunt tamme en wilde kastanjes van elkaar onderscheiden door de volgende punten na te lopen:
- Het jasje van een tamme kastanje bevat vrije zachte stekels; het omhulsel kan worden omschreven als harig. Een wilde kastanje heeft echter scherpere stekels.
- Tamme kastanjes kun je herkennen aan één platte kant, die uitloopt in een puntje. Wilde kastanjes zijn echter rond en bevatten geen platte zijdes.
- In de schil van een tamme kastanje tref je gemiddeld drie kastanjes aan. Bij een wilde kastanje is dat er meestal maar een.
Bereiden
Nadat je kastanjes in het bos hebt verzameld, is het tijd om de keuken in te duiken. Om te beginnen ontdoe je de kastanjes van hun omhulsel. Kerf vervolgens met een scherp mes een groot kruis aan de bovenkant van de kastanjes. Hierdoor zullen deze niet ontploffen of onregelmatig gaar worden. Verwarm de oven voor op 220 graden en leg de kastanjes er gedurende tien à vijftien minuten in. Als ze opspringen, zijn ze klaar.
Je kunt de gepofte kastanjes uit het vuistje eten, maar velen vinden het ook lekker om over de lekkernij een klein klontje boter en wat zeezout te doen. Ook smaken kastanjes goed in toetjes en taart en is het goed te combineren met wintergroenten zoals rode kool en spruitjes.