Wielrenner Primoz Roglic heeft zijn topvorm onderstreept met een sterke zege in de tweede etappe van het Critérium du Dauphiné. De Sloveense kopman van de Nederlandse ploeg Jumbo-Visma reed in de slotkilometer van een pittige bergrit al zijn concurrenten uit het wiel.
Hij kwam met 8 seconden voorsprong op de Fransman Thibaut Pinot als eerste boven op de Col de Porte, een 16 kilometer lange klim van de buitencategorie. De Duitser Emanuel Buchmann passeerde als derde de meet. Roglic nam de leiderstrui over van zijn Belgische teamgenoot Wout van Aert, de winnaar van de eerste etappe.
Tom Dumoulin en Steven Kruijswijk konden lang mee in de alsmaar uitdunnende kopgroep tijdens de lange beklimming, maar de Nederlandse troeven moesten in de slotfase lossen bij de tempoversnellingen vooraan. Dumoulin arriveerde als 14e op 59 seconden van Roglic, Kruijwijk werd 16e op 1.09.
Ploegmanager Richard Plugge kan zijn geluk niet op. Hij twitterde kort na de finish hoe trots hij is op zijn ploeg, die sinds de hervatting na de lange corona-onderbreking heerst in het peloton en de overwinningen aaneenrijgt. Van Aert won ook al Milaan-Sanremo en de Strade Bianche, Roglic schreef de Tour de l’Ain op zijn naam.
Toch was het Team Ineos die het tempo bepaalde in de slotklim. Michal Kwiatkowski, Chris Froome en Geraint Thomas reden alledrie in dienst van Egan Bernal, de Colombiaan die vanaf eind augustus een gooi wil doen naar zijn tweede Tourzege. Hij probeerde in de laatste kilometers te ontsnappen, maar Roglic had een sterke helper in Sepp Kuss. De Amerikaan pareerde de aanval van Bernal en later ook een versnelling van Nairo Quintana.
Op 640 meter voor de finish zette Roglic aan en zijn tempo was iedereen te machtig, inclusief Bernal en Quintana. De Sloveen, vorig jaar winnaar van de Ronde van Spanje en derde in de Ronde van Italië, gaat straks als een van de topfavorieten van start in de Tour.
Het Critérium du Dauphiné vervolgt vrijdag met weer een bergetappe. De renners gaan dan over de beruchte Col de la Madeleine in de Alpen en finishen bergop in Saint-Martin-de-Belleville.