Voor baanrenster Van Riessen is WK-deelname al grote overwinning

Foto: ANP

Ze moet nog tot zondag wachten, maar dan rijdt baanwielrenster Laurine van Riessen haar eerste wedstrijd sinds haar dramatische val, afgelopen zomer tijdens de Olympische Spelen. Ruim twee weken verbleef de oud-schaatsster in een Japans ziekenhuis met onder meer gebroken ribben en een klaplong. Vrijwel meteen nadat ze haar bed had mogen verlaten stelde ze de WK in Roubaix met potlood als doel. “Het voelt als een grote overwinning dat ik hier ben”, vertelt ze vanuit de Noord-Franse stad.

Daar beginnen woensdag de wereldkampioenschappen, maar Van Riessen komt alleen uit op het sprintonderdeel keirin, op de slotdag. “We zijn hier al sinds zaterdag. Ik heb nog even de tijd om te trainen.” Pas donderdagavond, na een test op de piste van Apeldoorn, was haar WK-deelname zeker. “Ik moest laten zien dat ik op niveau was.” Het herstel was al ingezet in het ziekenhuis van Izunokuni, waar ze enigszins opgelapt plaats had genomen op de hometrainer. Meevliegen naar huis met de olympische ploeg mocht niet vanwege de klaplong. Partner en collega-wielrenner Matthijs Büchli bleef bij haar.

Eenmaal thuis volgden de stappen elkaar snel op. Voor het eerst op de racefiets, thuis op de Tacx, daarna de terugkeer op de baan. “Dat was zes weken na de val. Het ging vrij soepel en ik werd nauwgezet begeleid. Met name de ribben en het sleutelbeen voel ik nog wel, maar het is verantwoord dat ik weer fiets en bij een eventuele val kan er niks verergeren.”

Van Riessen keert uitgerekend terug op de keirin, het onderdeel waarbij zes rensters, op gang gebracht achter een brommer, sprinten om de winst. De keirin is ook het onderdeel waarop het misging in Japan. Liever was ze op de veiligere sprint – één tegen één – uitgekomen. “Maar er was geen keuze. Ik ben al blij dat ik mee mag doen. Het is ook een supermooi onderdeel en ik heb natuurlijk genoeg ervaring.”

Van de val zelf op de piste van Izu herinnert ze zich niets. Wel zag ze later de beelden terug. “Die Duitse (Emma Hinze) stuurde iets naar boven, daar was verder niets mis mee. Ik was goed, dat wist ik al uit de teamsprint, waarin we als vierde eindigden. Ik had veel vertrouwen en je kunt niet op safe rijden. Ik zat waar ik moest zitten en had niets anders kunnen doen. Dat maakt het wel makkelijker te accepteren.”

Aan stoppen denkt Van Riessen (34) nog niet. “De volgende Olympische Spelen, dat is normaal gesproken te ver weg. Maar ik mik zeker nog op deelname aan de WK van volgend jaar in Parijs.”