Het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek krijgt voor 6,5 miljoen euro een geheel nieuw gebouw. Daarnaast opent het museum in het hart van Nijmegen een Informatiecentrum WOII, waar het verhaal wordt verteld over de verwoestingen die de oorlog in deze stad aanrichtte.
Het dertig jaar oude Nationaal Bevrijdingsmuseum zit nu nog in de voormalige gebouwen van werkeiland Neeltje Jans, die in 1987 naar Groesbeek werden getransporteerd. Naast het huidige museum verrijst nieuwbouw met een 12 meter hoge koepel. Die verbeeldt een parachute waarmee geallieerde troepen in september 1944 in Nederland landden.
Volgens directeur Wiel Lenders gaat het museum zich in de nieuwbouw sterk richten op de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog voor de Nederlands-Duitse grensregio. Het museum staat vrijwel op de grens met Duitsland. De regio had volgens Lenders ,,een hoofdrol op het wereldtoneel in het laatste oorlogsjaar.” Na de operatie Market Garden, waarmee de geallieerden in september 1944 een snel einde wilden maken aan de oorlog, werd de regio frontgebied. In februari 1945 begon vanuit de regio de laatste en beslissende slag, het Rijnlandoffensief. ,,De gevolgen voor de burgerbevolking waren enorm”, aldus Lenders.
Met het nieuwe en veel grotere gebouw mikt het Bevrijdingsmuseum op een verdubbeling van het aantal bezoekers.
De nieuwbouw moet in de zomer van 2019 klaar zijn, voordat de 75e herdenking van de bevrijding van Zuid-Nederland van start gaat.