“We hebben een jaar achter de rug waarin onze rechtsstaat een enorme deuk heeft opgelopen”

Barbara Oomen
Barbara Oomen
Foto: Privé

Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn onze vrijheden op alle fronten nog nooit zo ingeperkt vanuit overheidswege als tijdens de coronacrisis.  We mogen de deur niet uit, winkels mogen niet open, kinderen mogen niet naar school of de universiteit. “Onze vrijheidsrechten zijn op een ongekende manier ingeperkt. Weliswaar met goede redenen, maar het is wel heel erg zwaar geweest, en nog steeds.” Ze heeft het afgelopen jaar menig vraagteken gezet bij de maatregelen en hun wettelijke basis. In de rubriek Een ander geluid: hoogleraar mensenrechten Barbara Oomen.

Ze geeft aan dat de inperkingen van het afgelopen jaar een goede reden hebben. Wie bepaalt dat eigenlijk, want hier lopen al ruim een jaar de meningen over uiteen. “In dit geval is dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Die heeft deze crisis uitgeroepen tot een gezondheidscrisis van de hoogste orde op mondiaal niveau. Een regering neemt dit over en gaat vervolgens crisismaatregelen nemen. Daar zit meteen al een ingewikkeldheid in, in de zin dat een crisis vaak acuut is, zoals een dijk die doorbreekt of een grote brand. We hebben nu te maken met een pandemie, die inmiddels al zo lang speelt, dat de manier waarop ermee omgegaan wordt, met crisisgereedschap, gaat wringen.”

“Zo’n noodverordening kan wel, maar dan moet er echt een noodtoestand zijn”

Wat Barbara vanaf de start van de coronacrisis heeft verbaasd, is dat onze bewegingsvrijheid rechten alleen maar bij wet ingeperkt kunnen worden en dit niet gebeurd is. “Daar is een parlement voor nodig, en die kiezen wij als burgers. Dat zijn onze vertegenwoordigers. De heftigste overheidsmaatregelen die velen van ons niet eerder hebben meegemaakt in hun leven, zijn vaak niet gedaan met de steun van onze democratische vertegenwoordigers. In Nederland zijn het de 27 veiligheidsregio’s geweest die veel van de beperkingen hebben doorgevoerd, en dus niet het parlement. Daar zit geen controle bij van een gemeenteraad. Zijn de belangen dus wel voldoende afgewogen? Pas in een veel later stadium is de Coronawet er gekomen, waarmee een behoorlijke wettelijke basis werd gegeven. We hadden de eerste periode te maken met noodverordeningen, maar dat zijn geen wetten. Zo’n noodverordening kan wel, maar dan moet er echt een noodtoestand zijn, zoals een dijk die doorbreekt. Dit is toch wel een ander verhaal.”

De overheid vaart heel erg op de expertise van het OMT, aldus Barbara, maar blijft wel verantwoordelijk voor het waarborgen van de grondrechten van burgers, zoals het recht op onderwijs en bewegingsvrijheid. “De overheid moet afwegen wat er medisch nodig is, het recht op gezondheidszorg, versus het waarborgen van onze andere individuele grondrechten. Die expliciete afweging is een taak van de overheid. De manier waarop tijdens de eerste lockdown de verpleeghuizen helemaal op slot gingen en er niet naar individuele gevallen werd gekeken, vond ik te veel met de grove borstel. Maar ook nu, het recht op eigendom, zoals een winkel of een café met terras, dat is van jou. Een eigendomsrecht kan ingeperkt worden, maar er moet wel goed gewogen worden. Die terrasdiscussie heeft te weinig expliciete motivatie. De overheid mag veel preciezer zijn en aangeven waarom dit nodig is. Welk bewijs is er en waarom wordt er zo’n zwaar middel ingezet?”

“Deze wet is voor echte calamiteiten en daar is nu geen sprake van”

Er is veel rumoer geweest over het gebrek aan wettelijke basis, zeker omdat de Coronawet pas in december is aangenomen. “Het eerste voorstel voor die Coronawet had een levensgroot juridisch gat erin. Dit zijn de maatregelen, dit is de grondslag en mochten er meer maatregelen nodig zijn, dan doen we dat. Dat mag helemaal niet. Pas door de aangepaste coronawet kreeg alles een wettelijke basis, zoals ook het verplicht dragen van een mondkapje. De avondklok maatregel hebben ze gebaseerd op de Wet Buitengewone Bevoegdheden Burgerlijk gezag. Die wet is er als er een bom valt of als de oorlog uitbreekt. Dan kan de overheid doen wat er gedaan moet worden. Dat was nu niet het geval. Ook hier probeerde de regering in eerste instantie om het buiten het parlement om te doen. Er was onvoldoende motivatie voor zulke inperkingen van onze vrijheid. Dat vind ik zorgelijk en niet goed. Uiteindelijk is er in hoger beroep besloten dat er voor de avondklok voldoende juridische basis is. Ik ben het daar niet mee eens en met mij hebben veel juristen hier vraagtekens bij gezet. Deze wet is voor echte calamiteiten en daar is nu geen sprake van. We mogen nu na tien uur niet meer naar buiten en dat is een beperking van de bewegingsvrijheid. Dat is heel vergaand. Ook deze maatregel wordt onvoldoende overtuigend gemotiveerd.”

Barbara werkt als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en het University College Roosevelt in Middelburg en heeft zo ook haar vraagtekens bij het sluiten van de scholen en universiteiten. In hoeverre is dat proportioneel? “Wij mogen nog steeds niet open, alles is digitaal. Ik spreek dagelijks studenten en die worden daar knettergek van. Waarom mag de MBO wel open en wij niet? Dan kom je bij het recht op gelijke behandeling. Hoe arbitrair zijn de maatregelen? Zo zijn er ook maatregelen die verschillen per gemeente. Het hangt bijvoorbeeld af van waar je woont, hoeveel horecasteun je krijgt. Artikel één van de Grondwet zegt dat iedereen gelijk behandeld moet worden. De MBO studenten mogen wel in de klas en de HBO en universiteit studenten zitten naar een scherm te kijken.”

“Als de overheid zo binnentreedt in ons leven, aan welke voorwaardes moet dat voldoen?”

Het zit haar dwars dat er vanuit de overheid weinig rechtsstatelijke reflex is, waarbij er zorgvuldig wordt omgegaan met onze grondrechten, en al helemaal als je deze gaat inperken. “De overheid zou moeten beseffen wat ze van ons vragen om zo onze vrijheidsrechten in te perken. Het is extra belangrijk om dit heel zorgvuldig te doen en te motiveren. We zijn nu om deze redenen jouw bewegingsvrijheid aan het beperken, dat doen we op die en die gronden en dat helpt om dat en dat doel te bereiken. Die zorgvuldigheid heb ik gemist en hierdoor komt het bij velen willekeurig over. Hierdoor ontstaat er meer discussie en de vraag of er voldoende bewijs is. Als de overheid zo binnentreedt in ons leven, aan welke voorwaardes moet dat voldoen? Daar zijn grondrechten en verdragen voor. Neem de rechten van het kind. Wat de overheid doet met scholen, daar heb ik me over opgewonden. Je sluit de scholen, om ouders thuis te houden, waardoor ze niet naar hun werk kunnen. Dat kan grondrechtelijk niet. Je kan het belang van kinderen niet op de tweede plaats zetten om die ouders thuis te houden.”

Ze begrijpt dat mensen zich verzetten en demonstreren, omdat onze vrijheid enorm is ingeperkt. “Maar ik begrijp ook dat de overheid iets moet doen, want je wil de bevolking beschermen. Ze moeten dus wel wat doen, vanuit die zorgplicht, want je kan niet niets doen. Maar omdat het willekeurig lijkt en er weinig argumenten worden gegeven, en het feit dat het lang duurt, kan ik begrijpen dat mensen zeggen: hoe zit het met onze vrijheid? En waarom mogen we niet op het terras? De horecaondernemers hadden het prima op orde vorige zomer en er is niemand extra besmet. Hoe zit het dan? Demonstreren is onze grondrecht en het is belangrijk om juist nu dat protest mogelijk te maken. Over het algemeen wordt dat wel gerespecteerd, maar de politie heeft soms wel heel hard erop ingeslagen.”

“De media heeft te weinig aandacht besteed aan onze grondrechten”

Als ze terugkijkt op het afgelopen jaar is de rechtstaat echt door het ijs gezakt. “Dat vind ik ontluisterend. Heel jammer.” Ze had het niet verwacht of gehoopt van Nederland. Het gehele jaar is een ultieme test geweest, voor alles en iedereen, de gezondheidszorg, onze mentale veerkracht, maar het was ook een test voor onze rechtsstaat. Houdt de overheid zich aan de regels en respecteert het de Grondwet, onze democratische rechtsstaat? “Op veel fronten was het niet voldoende. Dat komt mede door een gebrek aan kennis en doordat de regering niet voldoende ter verantwoording is geroepen. Daarnaast heeft de media te weinig aandacht besteed aan onze grondrechten. En ja, er spelen ook belangen. Er is veel geld naar KLM gegaan en niet naar het openbaar vervoer. Daar zitten grote belangen bij. Sommige grote bedrijven zijn geholpen en kleine ondernemers veel minder. Nederland wordt vooral gezien als een B.V. die moet draaien in plaats van een gemeenschap van mensen die in harmonie moeten leven.”

Wat is haar kijk op het vaccinatiepaspoort? “Dat is enorm heftig. We hebben het recht op lichamelijke integriteit: wat jij doet met jouw lichaam is jouw keuze. Je kan niet verplicht worden om je te laten vaccineren. Het mag nooit zo zijn dat een publieke voorziening voor jou niet toegankelijk is omdat jij je niet hebt laten inenten. Als je straks nergens meer komt zonder vaccinatie, heb je indirect toch de druk om dat wel te doen. Nu is het aan publieke voorzieningen zelf om te bepalen of iemand wel of niet naar binnen mag. Als je een disco hebt, ligt het juridisch anders dan bijvoorbeeld bij een onderwijsinstelling. De overheid kan een disco of een speelpaleis niet verplichten dat ze alleen mensen mogen toelaten die getest of gevaccineerd zijn. De overheid adviseert wel dat je alleen open mag als je het zus en zo doet, daar zit een verantwoordelijkheid bij. Het is echt wel op het randje wat daar gebeurt.”

Protesteren tegen het gebrek aan aandacht voor de democratische staat

We hebben een jaar achter de rug waarin onze rechtsstaat een enorme deuk heeft opgelopen. Niet alleen door de coronacrisis, maar ook door de toeslagenaffaire. “Het is zo fnuikend voor het vertrouwen wat er het afgelopen jaar is gebeurd. Zo’n toeslagenaffaire, dat is een zelfde soort beleid; zo’n almachtige overheid die veel te weinig respect heeft voor de meest basale grondrechten. Daar zit wel iets van een patroon en dat moet recht gezet worden. Dat is ook aan ons, waar we kunnen. Ik denk dat we waar we kunnen, moeten protesteren tegen het gebrek aan aandacht voor de democratische rechtstaat en dat we de regering een beetje moeten opvoeden.”