De helden van de reddingsbrigade

Als in de zomer de stranden in Nederland druk bezocht worden door vakantiegangers zijn er ook een aantal mensen hard aan het werk om de veiligheid op het strand te bewaken. Shannon van Beek is een van deze mensen. “Ik wist niet dat de zee gevaarlijk was en had nooit van mui stromingen gehoord. Nu is het mijn werk.”

Het was de liefde die Shannon naar Egmond aan Zee bracht. “Ik kreeg verkering met iemand die hier woont. Ik kom zelf uit het Gooi en ben dus niet opgegroeid met de zee. Mijn vriend was al lid van de reddingsbrigade en ik ging vaak met hem mee. Ik vond het een gezellige club waar veel saamhorigheid is. Op een gegeven moment dacht ik: ik kan hier wel telkens koffie komen drinken, maar ik kan mezelf ook nuttig maken.”

Dat is alweer tien jaar geleden en inmiddels is Shannon werkzaam als lifeguard bij de reddingsbrigade in Egmond aan Zee. Een reddingsbrigade die nauw samenwerkt met de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Dat je niet zomaar een lifeguard wordt, blijkt wel uit alle trainingen die je elk jaar moet doen. “Iedereen kan zich aanmelden, maar je moet wel trainingen volgen. Eerst in het zwembad, later in zee, en je moet veel diploma’s halen. Eerst ga je met een buddy aan de slag, zodat je in de praktijk leert wat het werk inhoudt. Het is vrijwilligerswerk met een grote verantwoordelijkheid.”

“We hadden opeens twee verdrinkingen binnen twee weken”

Met name in de zomer is het hard werken. De dag bestaat uit het openen van de strandpost, patrouilleren langs de kust, boten klaarzetten, het strand bewaken, mensen redden uit het water, EHBO verlenen en strandgangers wijzen op de gevaren van de zee. “Vaak gebeurt er iets. Mensen worden gebeten door een kwal, gestoken door een wesp, kinderen raken zoek of iemand belandt in de mui stroming. Dit is een gevaarlijke stroming zeewaarts. Die zorgt er dus voor dat mensen verder weg de zee in drijven en door vermoeidheid en paniek vervolgens kunnen verdrinken. Vaak gaan we met onze waterscooter in de mui liggen en wijzen we strandgangers erop dat ze weg moeten blijven van de stroming.”

Vorig jaar was een pittig jaar voor Shannon en haar collega’s. Toen zijn er twee mensen in korte tijd verdronken. “Een tijd hebben we geen verdrinkingen gehad en toen hadden we er opeens twee binnen twee weken. Dat was verschrikkelijk. Het heeft een behoorlijke weerslag op ons team gehad, dat voornamelijk uit jonge mensen bestaat. We hebben veel gepraat en geëvalueerd en zijn er sterker uitgekomen.”

Mensen vergeten vaak dat het werk wat Shannon doet op het strand vrijwillig is en dat ze dit naast haar fulltime baan doet. “Als mensen een polsbandje waar ze een telefoonnummer op kunnen schrijven komen halen voor hun kind denken ze vaak dat wij betaald krijgen. Ze zien dan wat wij allemaal doen en gaan ervan uit dat dit onze vaste baan is. Ik doe dit echt omdat ik het leuk vind om iets voor de maatschappij te doen en tegelijkertijd sportief bezig te zijn. Ik zie mezelf als een hulpverlener. We hebben een geweldig team dat ontzettend goed op elkaar is ingespeeld. We kunnen op elkaar bouwen en je doet het met z’n allen. Het loopt soms verkeerd af, zoals vorig jaar, maar het loopt vaker goed af. Als een kind wordt herenigd met zijn ouders, dan doet dat nog steeds iets met me.”

Shannon is nog steeds samen met haar vriend en samen wonen ze aan zee. “De zee is gevaarlijker dan we denken en wordt vaak onderschat. Dit geldt niet alleen voor Duitse toeristen maar ook voor mensen die hier wonen. De zee is nooit veilig en wij zorgen ervoor dat we mensen bewust maken van de gevaren.”