‘Haagse steker wel extremistisch, geen spijt’

Foto: ANP

De 32-jarige Malek F., die in mei drie mensen neerstak in Den Haag, heeft geen spijt van zijn daad. Alles wat hij deed, kwam van Allah, zo heeft hij volgens het Openbaar Ministerie (OM) verklaard. Islamdeskundigen stellen dat hij zich laat inspireren door een extremistische ideologie, maar er is niet gebleken dat hij banden had met een terroristische groepering, zei de aanklager op de tweede niet-inhoudelijke zitting voor de extra beveiligde rechtbank op Schiphol.

De verdachte zelf blijft ontkennen dat hij handelde vanuit een terroristisch oogmerk. F. was maandag niet aanwezig op de zitting.

Zijn raadsman Job Knoester benadrukte opnieuw dat F. ernstig in de war was op 5 mei, toen hij vlakbij station Hollands Spoor lukraak drie mensen zwaar verwondde met een mes. Na de steekpartij liep hij weg en werd hij door de politie neergeschoten en gearresteerd.

Knoester zet vraagtekens bij de vele schoten die direct zijn gelost op F., zonder waarschuwing vooraf. Ook toen F. al op de grond lag schoten de agenten nog drie keer op hem, aldus de advocaat. Hij wil dat de drie betrokken agenten worden gehoord over het gebruikte geweld. De rechtbank wees dat verzoek toe.

Het OM verdenkt F. van drie pogingen tot moord dan wel doodslag, al dan niet met een terroristisch oogmerk. Daarbovenop komt ook nog bedreiging met zware mishandeling van drie personen. Een van deze drie is pas onlangs toegevoegd aan de dagvaarding. Deze man liep uit een garage toen F. hem – na de steekpartij – zou hebben aangekeken en met een mes op hem was afgekomen. De man wist te ontkomen.

Volgens het OM is er sprake van een enorme boosheid in F. en is de kans op herhaling groot. In afgeluisterde gesprekken met zijn familie sprak hij over het doden van ongelovigen. Ook was hij geschrokken dat een van de slachtoffers moslim is.

Volgens deskundigen geeft F. ook blijk van steunbetuigingen aan de extremistische groepering Jabhat al-Nusra. Maar sympathie hebben voor zo’n terreurgroep is niet strafbaar in Nederland, stelt de officier van justitie.

De rechtbank streeft ernaar de zaak in april inhoudelijk te behandelen.