Nederlanders kregen vorig jaar meer vertrouwen in de Tweede Kamer

Foto: ANP

Nederlanders hadden vorig jaar veel meer vertrouwen in de Tweede Kamer dan in 2019. Ze gingen ook positiever denken over andere instituties, zoals de politie en de rechtspraak. De reactie op de coronacrisis zou een van de oorzaken kunnen zijn, maar dat is niet onderzocht. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De statistici zien een “forse stijging” in het vertrouwen dat mensen hebben in de Tweede Kamer. In 2020 had 52 procent tamelijk tot veel vertrouwen hierin, tegen 39 procent een jaar eerder. Men sprak zich ook positiever uit over de politie en rechters, maar deze verschuivingen waren minder groot.

CBS-socioloog Tanja Traag noemt als mogelijke verklaring dat Nederlanders te spreken zijn over de aanpak van de coronacrisis. “Maar het blijft moeilijk om daar de vinger achter te krijgen, zonder dat je daar mensen diepte-interviews over afneemt.” Dat laatste hebben de onderzoekers niet gedaan.

Het vertrouwen dat mensen hebben in instituties neemt sowieso al enige tijd toe, ook al voor de coronacrisis. Dat komt volgens Traag onder meer omdat de samenstelling van de bevolking verandert. Mensen met een migratieachtergrond zijn over het algemeen positiever over instituties en deze groep is aan het groeien.

De onderzoekers hebben niet alleen gekeken naar het vertrouwen in instituties, maar ook naar andere leefomstandigheden van Nederlanders. Zo vroeg het CBS naar hun situatie qua financiën en werk, gezondheid en sociale relaties en de woonomgeving. Het algemene beeld dat hieruit ontstaat, is dat het persoonlijk welzijn van de bevolking gemiddeld genomen niet veel is veranderd het afgelopen jaar.

“Niet iedereen zal zich hierin herkennen”, nuanceert Traag, verwijzend naar de coronacrisis. “Dit is een gemiddelde van alle Nederlanders, maar er is ook een groep die het wel heel zwaar heeft.”

Juist daarom zijn andere mensen weer positiever geworden over hun leven, vermoedt Traag. Die zien bijvoorbeeld dat anderen het financieel zwaar hebben in deze tijd, en “waarderen nu meer wat ze hebben”, ook als hun huishoudboekje er niet echt op vooruit is gegaan.