Kinderombudsman: kinderen zonder vaccin mogen geen nadelen hebben

Foto: ANP

De Kinderombudsman vindt het goed dat kinderen de mogelijkheid wordt geboden om zich te vaccineren tegen het coronavirus. Wel noemt het instituut het belangrijk dat de keuze om de prik niet te nemen geen nadelige gevolgen mag hebben voor een kind.

Coronaminister Hugo de Jonge meldde vrijdag in navolging van een positief advies van de Gezondheidsraad dat kinderen van 5 tot en met 11 jaar vanaf de tweede helft van januari worden uitgenodigd voor een prik.

Volgens de Gezondheidsraad kan een klein deel van de kinderen na een coronabesmetting last krijgen van een ernstige ontsteking en vaccinatie kan dat waarschijnlijk voorkomen. Volgens de Kinderombudsman zijn er niet alleen medische redenen voor het vaccineren van jonge kinderen. Zo zijn er kinderen die angst hebben voor besmetting, of van wie naasten misschien kwetsbaar zijn voor het virus. “Deze kinderen kunnen door een vaccinatie de risico’s verminderen om hun dierbaren te besmetten of de angst wegnemen om zelf ziek te worden. Ook kan een vaccinatie hen een groter gevoel van veiligheid en meer bewegingsvrijheid geven.”

Bovendien kan vaccinatie verspreiding van het virus binnen de schoolmuren tegengaan. “Zo kan vaccineren indirect bijdragen aan de toegankelijkheid en continuïteit van het onderwijs”, aldus de Kinderombudsman.

Het instituut wijst erop, net als de Gezondheidsraad, dat de keuze van ouders of verzorgers om een kind niet te laten vaccineren geen nadelige gevolgen mag hebben voor het kind. Daarom vindt het instituut dat er in het onderwijs geen aparte quarantaineregels voor gevaccineerde en ongevaccineerde kinderen zouden moeten gaan gelden. Ook moet het coronatoegangsbewijs niet worden ingevoerd voor jonge kinderen.

“Met name vanwege de sociale en emotionele veiligheid van kinderen is het belangrijk dat er geen druk wordt opgelegd”, stelt de Kinderombudsman. “Kinderen die niet gevaccineerd zijn kunnen zich onveilig voelen wanneer zij hierop aangekeken of aangesproken worden door andere kinderen of volwassenen. Het gevoel van vaccinatiedrang en sociale onveiligheid kan toenemen wanneer er voor ongevaccineerde kinderen negatieve gevolgen zijn. Dat betekent dat er in het coronabeleid geen consequenties verbonden mogen worden aan de vaccinatiestatus van kinderen.”

Kinderen en ouders moeten goed geïnformeerd worden over de vaccinatie, vindt de Kinderombudsman ook. “Kinderen vanaf ongeveer 8 jaar zijn al goed in staat om hun mening te geven. Ze hebben het recht om betrokken te zijn en invloed te hebben op besluiten die hen aangaan.”