Hoge Raad geeft Music#MeToo ook ongelijk: geen verhoor rappers

Foto: ANP

De Hoge Raad heeft ook in cassatie besloten dat de Stichting Music#MeToo niet in een collectieve vordering rappers als Ali B, Boef en Ronnie Flex door de rechter mag laten verhoren. Dat heeft de raad vrijdag bekendgemaakt.

De stichting had gevraagd een eerder besluit van het gerechtshof om verschillende rappers van platenlabel Warner Music en managementbureau SPEC niet te laten verhoren, terug te draaien. De rappers vertonen volgens de stichting seksueel wangedrag. De laatste maanden was Stichting Music#MeToo bezig om hen voor de rechter te laten verschijnen en ze te laten verhoren.

De stichting vindt de teksten van de rappers vrouwonvriendelijk en antisemitisch. Nadat de rechtbank de verhoren had toegewezen, oordeelde het gerechtshof in Leeuwarden dat de artiesten niet onder ede verhoord hoeven te worden, omdat niet kon worden vastgesteld wat de beweegredenen van de stichting zijn. Ook kon niet genoeg onderbouwd worden welke feiten bewezen zouden moeten worden. De Hoge Raad gaat in die argumentatie mee.

De stichting noemt in de cassatie meerdere songteksten die niet door de beugel zouden kunnen. Teksten als ’toen was mijn geld nog zwart als Akon’ uit het nummer Slapend Rijk van Boef en ‘ik ben op mijn money als een jew, dus ik deporteer ze even’ uit het nummer Dat is money van Ali B en Ronnie Flex zijn volgens de stichting zwaar over de grens.