Politie: onderzoeken naar zedenmisdrijven zijn complexer geworden

Foto: ANP

Het aantal aangiftes van zedenmisdrijven is toegenomen en meer slachtoffers moeten een half jaar of langer wachten tot hun zaak wordt opgepakt. Dit blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en uit cijfers die de politie vorige maand zelf bekendmaakte. Daarbij zijn de onderzoeken naar zedendelicten veel complexer dan vroeger, legt zedenexpert bij de politie Lidewijde van Lier uit. “Het kan tegenwoordig zijn dat je onderzoek doet naar één aangifte, maar dan stuit op een enorme zaak met allerlei slachtoffers.”

De politie had begin dit jaar ruim 3400 onderzoeken in behandeling, het gaat dan bijvoorbeeld om aanrandingen, verkrachtingen en misbruikzaken waarbij kinderen slachtoffer zijn geworden. De zedenexpert zegt meteen dat ze het positief vindt dat steeds meer mensen “de politie weten te vinden. Het is fijn dat mensen durven aankloppen. Dat willen we aanmoedigen. Maar we willen ook zo snel mogelijk duidelijkheid geven en mensen verder helpen.”

Hierbij verwijst Van Lier naar een statistiek waar ze zich meer zorgen over maakt: het aantal aangiftes dat langer dan een half jaar in behandeling is, steeg van iets minder dan 800 naar rond de 860. Van Lier zegt dat die toename nog “beperkt is gebleven” als die wordt afgezet tegen de forse toename van het aantal aangiften. Dat zou onder meer te danken zijn aan teams die zich hebben gericht op het wegwerken van achterstanden. “Maar we hadden liever gezien dat de hoeveelheid was afgenomen.” Een aantal oorzaken dat dit niet is gelukt: capaciteitstekorten, hoewel de politie wel “op schema” ligt met het werven en opleiden, meer aangiften én de complexere onderzoeken.

“Er zijn steeds meer zaken waarbij we diepgravend, digitaal onderzoek moeten doen”, aldus de zedenexpert. Zo is, in vergelijking met toen zij “begin deze eeuw” bij de politie begon, in veel meer zaken digitaal bewijs. En het is arbeidsintensief om dit allemaal te verzamelen. Zo stond medio januari een 24-jarige man voor de rechter op verdenking van het afpersen van meer dan honderd minderjarige meisjes, die hij had verleid tot het sturen van naaktfoto’s. Het Openbaar Ministerie sprak van het grootste onderzoek naar onlinemisbruik van minderjarigen in Nederland, en deze zaak staat volgens Van Lier “niet op zichzelf”.

De politie heeft behalve op de werving van nieuwe mensen ook ingezet op het versnellen van werkprocessen en het beter luisteren “naar wat slachtoffers nodig hebben. We komen uit een tijd dat we, ik zeg het wat zwart-wit, gefocust waren op aangifte wel/niet. Nu hebben we meer te bieden.” Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar herstelbemiddeling of andere vormen van hulp, die mogelijk beter passen dan een aangifte.

Verwacht wordt dat het aantal aangiften volgend jaar verder gaat toenemen door de nieuwe Wet seksuele misdrijven, die gaat over de strafbaarheid van alle vormen van onvrijwillige seks. “Iemand is al strafbaar als duidelijk was dat de ander geen seks wilde, maar toch heeft doorgezet”, zo staat op de website van de Rijksoverheid. “Het is logisch dat die wet er komt”, zegt Van Lier. “In de praktijk zag je al dat, als de instemming er niet was, het als verkrachting werd ervaren.”