Spreidingswet nauwelijks aangescherpt, ondanks kritiek RvS

Foto: ANP

Het kabinet past het wetsvoorstel voor de spreidingswet voor asielzoekers nauwelijks aan, ondanks de kritiek die de Raad van State erop heeft geuit. Dat bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving van de NOS. Het voorstel van staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) kwam tot stand na lange discussies binnen de coalitie en met grote vertraging. Om die reden zou hij nu niet bereid zijn het voorstel aan te passen. De wet zou bovendien pas op 1 januari volgend jaar kunnen ingaan, een jaar later dan aanvankelijk het plan was.

Volgens de Raad van State was het eerste kabinetsvoorstel te ingewikkeld, moeilijk uitvoerbaar en te vaag. Er mankeerde zoveel aan dat Van der Burg een uitgebreide reactie moest formuleren. Ook de staatssecretaris erkent dat “de Raad van State een pittig advies heeft neergelegd”, zei hij anderhalve week geleden. Daarom heeft hij zes weken over een reactie gedaan. Toch zou hij er nu niet voor kiezen om de moeizaam tot stand gekomen afspraak tussen de coalitiepartijen open te breken.

Hubert Bruls, tot afgelopen maandag voorzitter van het Veiligheidsberaad, snapt die keuze wel, zegt hij. “Het was een dilemma. Hij heeft nu de coalitie achter zich en dat moet hij maar afwachten als de wet ingrijpend gewijzigd zou worden. Het is een ingewikkeld verhaal met die wet, maar beter een complexe wet dan helemaal geen spreidingswet.”

Binnen de coalitie zijn grote meningsverschillen over de aanpak van de problematiek. VVD en CDA benadrukken steeds dat de instroom van asielzoekers omlaag moet. D66 en ChristenUnie vragen zich af of dat realistisch is en vragen om een oplossing voor de grote problemen die er nu al zijn met de opvangcapaciteit in Nederland. D66 beschouwt het voorstel waar het kabinet eerder mee kwam dan ook als een “gemankeerde wet”, maar tenminste wel een compromis waar alle partijen mee door kunnen, zo zeggen bronnen.

Oud-voorzitter Bruls hoopt dat de spreidingswet zoals die er nu ligt door de Eerste Kamer komt, gezien de grote politieke verschuiving die daar op handen is bij de senaatsverkiezingen, eind mei. “Als de staatssecretaris denkt dat hij de wet nog voor die verkiezing door de Eerste Kamer kan krijgen lijkt mij dat een ambitieus plan.” Dat de wet pas in 2024 zal ingaan is voor het Veiligheidsberaad geen verrassing meer, zegt Bruls. “De staatssecretaris had dat al vaker gezegd. De doorloop van zo’n wet kost nu eenmaal tijd”.

VluchtelingenWerk Nederland noemt de huidige wet een gemiste kans om heldere afspraken te maken over de verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen. Een woordvoerder: “De richting van de wet was goed: elke gemeente die medeverantwoordelijkheid draagt voor de opvang van vluchtelingen. Maar zoals ook de Raad van State heeft aangegeven, is de wet nodeloos ingewikkeld en is het maar de vraag of deze in deze vorm voldoende gaat werken.” Volgens hem staat in de wet een “hele ingewikkelde verdeling van verantwoordelijkheden en bonussystematiek en ook prikkels, waarbij het niet duidelijk is wie nou verantwoordelijk is en wat het uiteindelijk oplevert”. Verder wordt nog lang uitgegaan van vrijwilligheid, “maar we zien inmiddels wel dat dat niet werkt”.