In hoger beroep strafeisen tot negen jaar voor Endstra-moord

Foto: ANP

Voor hun vermeende aandeel in de moord op vastgoedbaas Willem Endstra en het ernstig verwonden van een van zijn zakenrelaties bijna negentien jaar geleden zijn vrijdag tegen drie verdachten in hoger beroep gevangenisstraffen van acht en negen jaar geëist. Voor het gerechtshof in Amsterdam spraken de aanklagers van een “professioneel voorbereide en koelbloedig uitgevoerde aanslag”.

Endstra (51) werd op 17 mei 2004 doodgeschoten voor zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. De vastgoedmagnaat was destijds zakelijk gezien al aangeschoten wild, nadat crimineel John Mieremet hem in 2002 in een interview met De Telegraaf had betiteld als bankier van de onderwereld en Willem Holleeder in één adem had genoemd als diens sterke arm. Banken trokken hun handen van Endstra af, criminelen die hun vermogen via hem wilden witwassen haalden hun geld terug.

Holleeder kreeg vorig jaar in hoger beroep levenslang voor het verordonneren van een serie moorden, waaronder die op Endstra. Eerder had hij al een jarenlange celstraf uitgezeten voor het afpersen van de vastgoedbaas en andere zakenlieden. Het gerechtshof oordeelde net als de rechtbank in 2019 dat Holleeder medekopstuk was van een criminele bende, die via tussenpersonen gebruikmaakte van twee ‘moordcommando’s’. Een ervan was de zogenoemde ‘Groep Alkmaar’, waartoe de drie verdachten van de moord op Endstra zouden hebben behoord.

De drie – Ziya G. (49), Ali N. (38) en Özgür C. (43) – werden in 2016 na strafeisen van zestien en veertien jaar cel door de rechtbank vrijgesproken. Uitgangspunt voor de eisen van het OM destijds was een nauw samenwerkingsverband tussen de drie onderling en de vermoedelijke schutter, de in 2012 in zijn cel aan een hersenbloeding overleden Rus Namik Abbasov. Vrijdag noemden de aanklagers die veronderstelde samenwerking niet te bewijzen. Hoewel duidelijk is dat de drie mannen op allerlei manieren betrokken waren bij de voorbereiding, is niet vastgesteld dat ze erbij waren toen Endstra werd doodgeschoten.

De naar Turkije uitgeweken Ziya G. hoorde de hoogste eis tegen zich uitspreken. Hij zou binnen de ‘Groep Alkmaar’ hoger in de hiërarchie hebben gestaan dan de Alkmaarse neven N. en C., die allebei acht jaar celstraf hoorden eisen. De drie hebben – zelf of via hun raadsman – betrokkenheid bij de moord ontkend.

Vanaf maandag voert de verdediging het woord. Het hof heeft nog niet bepaald wanneer het uitspraak doet.