Celstraffen tot 24 jaar en tbs geëist in koffermoordzaak

Foto: ANP

Tegen de hoofdverdachte in de zogenoemde koffermoordzaak is woensdag een celstraf van 24 jaar en tbs met dwangverpleging geëist. Vier medeverdachten hoorden in de rechtbank in Dordrecht twintig jaar cel tegen zich eisen.

Slachtoffer Manuel Alvarez y Pena (29) uit Zwijndrecht, vader van drie jonge kinderen, verdween op 28 juli 2021. Vijf dagen later werd zijn in stukken gesneden lichaam gevonden in de kofferbak van een geparkeerde auto in Dordrecht. De elf lichaamsdelen waren in koffers gestopt.

Hoofdverdachte Abdi B. (27) uit Zwijndrecht lokte het slachtoffer naar een geleende woning aan de Zevenkampsering in Rotterdam, aldus het Openbaar Ministerie. Daar is hij met messteken om het leven gebracht, nadat hij zou zijn vastgebonden en mogelijk gemarteld.

Met een zaag werd het lichaam in een opblaaszwembad in de huiskamer in stukken gesneden. Op de gebruikte zaag zijn huid- en botresten aangetroffen. In de woning, die voor een dag werd verhuurd, vond de politie ook bebloede schoenen en handschoenen. Daarnaast zijn er een jerrycan met bloed, tiewraps en kentekenplaten gevonden.

Hoofdverdachte B. zou het lichaam in twee grote koffers met een taxi hebben vervoerd. Daar zijn op straat bewakingsbeelden van gemaakt, die in de rechtbank werden getoond. De taxirit bracht B. naar Dordrecht, waar hij de koffers in de geparkeerde auto heeft gezet.

De hoofdverdachte zegt alleen te hebben gehandeld, maar het OM verdenkt vier andere mannen van het medeplegen van de moord en het wegmaken van het lichaam. Het gaat om Burhan A. (20), Mustapha B. (28), Khalil Y. (22) en Ali Y. (25). Hun DNA-sporen zaten op de aangetroffen attributen in de Rotterdamse woning. Het is niet precies bekend wie welke rol had en wat het motief van de moord was, omdat de verdachten erover zwijgen.

De officier van justitie noemde de gebeurtenissen “de kille en brute waarheid” en vergeleek de moord met een liquidatie, die al langere tijd was gepland en voorbereid. “Manuel is op gruwelijke wijze van het leven beroofd. Het is beangstigend te bedenken dat mensen hiertoe kennelijk in staat zijn.”

A. ontkent in de moordwoning te zijn geweest en zegt onschuldig te zijn, aldus zijn advocaat. A. heeft de politie zelf benaderd als getuige, omdat hij schoonmaakmiddelen en vuilniszakken voor B. had gekocht en in een bouwmarkt een haakse slijper. Hij wist niet waar B. die spullen voor nodig had. “Hij heeft niets te verbergen”, aldus zijn raadsman, die pleitte voor vrijspraak.

Vrijdag zijn de pleidooien van de overige verdachten. De rechtbank doet op 9 oktober uitspraak.