Koning: verschrikkelijk als geld voor Heerlen-Noord opraakt

Foto: ANP

Koning Willem-Alexander zou het “verschrikkelijk” vinden als het geld om stadsdeel Heerlen-Noord op te knappen ooit opraakt. Dat zei hij woensdag na afloop van een bezoek aan Heerlen-Noord, een van de zogenoemde focusgebieden uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. In deze gebieden hebben veel inwoners te maken met armoede, veiligheids- en gezondheidsproblemen. Het programma wil die in samenwerking met bewoners en ondernemers aanpakken.

Het project Nationaal Programma Heerlen-Noord maakt deel uit van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid dat in 2022 van start ging. De gemeente Heerlen betaalt een groot deel ervan zelf, maar steunt ook op financiering van de overheid. De plannen voor het aanpakken van de problemen zijn voor 25 jaar gemaakt, maar de financiën liggen niet voor zo’n lange tijd vast.

“Dat is een mismatch”, zei de koning na afloop van het bezoek. Hij sprak in Heerlen-Noord met bewoners, met basisschoolkinderen en met een politiechef over het leven in de Zuid-Limburgse stad. “En dat is natuurlijk een probleem, met al die mensen die vol goede moed en overgave en met ontzettend veel passie dit werk willen doen.” Woningbouwcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties, scholen, maatschappelijke organisaties en werkgevers worden aangemoedigd zelf mee te denken over oplossingen. “En dat ze dan op een gegeven moment zeggen van: ja, het geld is op. Dat zou natuurlijk verschrikkelijk zijn.”

De problemen in Heerlen ontstonden in 1974, toen de laatste mijn sloot. Veel mensen verloren hun baan en de economie zakte in. En nog steeds kampt de stad met problemen. Het besteedbaar inkomen van huishoudens in Heerlen lag volgens het CBS in 2022 een stuk lager dan het landelijk gemiddelde: 39.300 euro tegenover 50.900 euro.

De koning vond het mooi om te zien hoe “weer naar de toekomst gekeken kan worden”, zei hij. “Het is heel mooi om het echt zelf te zien en met de mensen te praten. Je kan het natuurlijk allemaal lezen en vanuit Den Haag bekijken, maar het is mooi om hier te zijn vandaag en echt met die mensen te praten die hier uitvoering aan geven. Om te zorgen dat de volgende generatie echt weer perspectief heeft voor de toekomst.”