Halsema: zwarte beeld over opening Holocaustmuseum is onjuist

Foto: ANP

Het beeld dat landelijk is ontstaan dat de openingsceremonie van het Nationale Holocaustmuseum “overschaduwd is geweest door een zwarte deken van antisemitisme, is onjuist en kwalijk”. Dat zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema donderdag bij een raadscommissiedebat. “Ik heb gezien dat mensen die niet aanwezig waren bij de opening vrijwel direct stevige woorden hebben gebruikt. Ze hebben niet de moeite genomen het feitenrelaas af te wachten.”

Halsema doelt onder meer op uitspraken van PVV-leider Geert Wilders en VVD-leider en demissionair justitieminister Dilan Yeşilgöz. “Ik heb naar de discussie in het nationaal parlement gekeken en me daarover verbaasd. Dat niemand zich in verbinding heeft gesteld met de Amsterdamse driehoek voordat men allerlei hele boude uitspraken deed. De leider van de grootste politieke partij, minister van justitie. Ik zou verwachten dat je eerst het feitenrelaas afwacht. Voordat je in zo’n precaire situatie allerlei uitspraken doet.”

Dat de opening van het museum alleen maar een zwarte dag was “hebben we te bestrijden”. Volgens Halsema is de ceremonie in de Portugese Synagoge “zeer waardig en plechtig verlopen”. Ze vond het geluid van de demonstraties luid en dichtbij, “maar niet te dichtbij”, zegt ze.

Eerder liet Halsema weten dat er bij het Openbaar Ministerie nog geen melding is gedaan van strafbare uitingen. “Wat niet wil zeggen dat het niet heeft plaatsgevonden.” De burgemeester roept mensen op om aangifte te doen als dat nodig is. Verder zegt ze dat genodigden bij het museum zijn uitgescholden. “Het maakt voor een ontvanger daarvan niet uit of het strafbaar is of niet. Het doet pijn. Op zo’n dag raakt het ook nog direct aan de Joodse identiteit”, aldus de burgemeester.

Verschillende partijen hebben Halsema om opheldering gevraagd over de demonstraties rondom de opening van het museum. De opening op zondag 10 maart ging gepaard met protesten die waren gericht tegen de aanwezigheid van de Israëlische president Isaac Herzog. Vooraf aan het debat kwamen enkele demonstranten aan het woord, die benadrukten dat hun protest gericht was tegen de komst van de president, en niet tegen de opening van het museum.