Wederom stevige verliezen op Europese beurzen

Foto: ANP

De Europese beurzen zijn dinsdag wederom met stevige verliezen de handel uitgegaan. Beleggers waren met aandacht vooral bij de verdere verspreiding van het nieuwe coronavirus in landen buiten China. Op het Damrak was Philips een grote verliezer, na een waarschuwing voor een negatieve impact van het coronavirus op de resultaten van het zorgtechnologieconcern.

De AEX-index op Beursplein 5 zakte 1,8 procent naar 582,71 punten. De MidKap daalde 1,3 procent tot 908,41 punten. De beursgraadmeters in Frankfurt, Parijs en Londen verloren elk 1,9 procent. De hoofdindex in Milaan leverde 1,4 procent in. Maandag lieten de graadmeters al forse verliezen zien in verband met coronavrees.

Philips stond onderaan bij de hoofdfondsen op het Damrak met een verlies van bijna 5 procent. Het concern waarschuwde bij de publicatie van het jaarverslag voor een negatief effect van het coronavirus op de resultaten in het eerste kwartaal. De onderneming kon nog geen specifiek bedrag geven.

Ook financiële fondsen in de AEX zoals NN Group, ING en ASR leverden behoorlijk in, met minnen tot meer dan 4 procent. In de MidKap waren roestvrijstaalbedrijf Aperam, ingenieursbureau Arcadis en bodemonderzoeker Fugro de grootste verliezers. Hun aandelen zakten tot 4,5 procent.

Luchtvaartcombinatie Air France-KLM ging ruim 3 procent onderuit. De luchtvaartbranche staat zwaar onder druk door de virusuitbraak. Buiten Nederland lieten branchegenoten als EasyJet, Ryanair en Lufthansa eveneens stevige koersverliezen zien.

Er was ook een positieve uitschieter. OCI ging aan kop bij de middelgrote bedrijven aan de Amsterdamse beurs, met een plus van ruim 8 procent na goed ontvangen resultaten van de kunstmestproducent. Ook kwam het Egyptische bedrijf volgens analisten van Kempen met sterke prognoses. Het nieuws dat OCI in gesprek is met geïnteresseerde partijen over zijn methanol-bezittingen viel eveneens goed bij beleggers.

De euro was 1,0877 dollar waard tegen 1,0856 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,8 procent minder op 50,50 dollar. Brentolie werd 1,5 procent goedkoper op 55,49 dollar per vat.