Investeringen in Nederlandse start-ups flink hoger dan vorig jaar

Foto: ANP

De investeringen in Nederlandse start-ups trekken weer aan. Dat geldt ook voor zogeheten scale-ups, jonge bedrijven die na hun eerste succes flink proberen te groeien. Investeerders waren kort na de uitbraak van het coronavirus terughoudend, maar dit jaar is er “over de hele linie een inhaalslag”, meldt onder meer de Dutch Startup Association (DSA).

De beginnende bedrijven haalden gezamenlijk dit eerste halfjaar bijna 3 miljard euro op, tegen ongeveer 500 miljoen euro dezelfde periode een jaar eerder. Vooral de afgelopen drie maanden werd er veel geld opgehaald, ruim 2 miljard euro. Dat is meer dan in heel vorig jaar, aldus een rapport dat DSA heeft gemaakt samen met bedrijfsanalysebureau Dealroom.co, onderzoeksbureau Golden Egg Check, accountantsorganisatie KPMG, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en start-uporganisatie Techleap.nl.

Het hoge bedrag komt voor een groot deel door een paar “gigantische investeringsrondes”, zegt DSA. Zo haalde de Amsterdamse betalingsdienstverlener Mollie afgelopen kwartaal 665 miljoen euro op en softwarebedrijf Messagebird 800 miljoen dollar, omgerekend ongeveer 680 miljoen euro.

Kanttekening bij de flink gestegen cijfers is volgens DSA dat Nederlandse bedrijven voor grote investeringsrondes vooral bij buitenlandse investeerders populair zijn. “Daardoor vloeit veel van de winst weg naar het buitenland”, zegt de organisatie.

Ook directeur Maurice van Tilburg van start-uporganisatie Techleap ziet voldoende ruimte voor verbetering, ondanks dat Nederland een van de snelst groeiende Europese landen is. “We bevinden ons in stevige concurrentie met de landen om ons heen die niet alleen groeien, maar ook in regelgeving blijven voorlopen”, zegt Van Tilburg. Mogelijke verbeteringen zouden volgens DSA aantrekkelijkere aandelenopties voor medewerkers zijn en gunstigere belastingregels voor investeerders.