Geen akkoord over EU-minimumtarief vennootschapsbelasting

Foto: ANP

De EU-ministers van Financiën zijn het in Brussel niet eens geworden over een minimumtarief van 15 procent voor de vennootschapsbelasting voor multinationals met een jaaromzet van 750 miljoen euro of meer. De beoogde Europese richtlijn is gebaseerd op een akkoord tussen bijna 140 landen over een grootscheepse hervorming van het internationale belastingstelsel.

De Franse minister van Financiën Bruno Le Maire, onder wiens voorzitterschap de onderhandelingen tussen de lidstaten plaatsvinden, had deze maand tot een akkoord willen komen maar de vereiste unanimiteit was er niet. Na afloop bleef hij positief. “We hebben geprobeerd het gaspedaal diep in te drukken. Maar als we drie weken extra nodig hebben dan doen we dat.” Hij hoopt nu begin april, als de ministers in Luxemburg bij elkaar komen, alsnog alle lidstaten op één lijn te kunnen krijgen.

De wereldwijde belastingherziening is bedoeld om belastingontwijking en -ontduiking tegen te gaan. Het minimumtarief van 15 procent is er een onderdeel van. Een ander element is dat bedrijven belasting moeten gaan betalen in de landen waar hun klanten zitten, en niet alleen in het land waar de hoofdvestiging staat. Er moet nog wetgeving komen over hoe de winsten eerlijk over de landen verdeeld moeten worden. Onder meer Polen vindt dat het minimumtarief van 15 procent moet worden gekoppeld aan wetgeving over de herverdeling van de belastingrechten.

Nederland stemde wel in met het voorstel van een minimumtarief van 15 procent, dat in december werd ingediend en al op 1 januari 2023 van kracht kan worden. Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) had een akkoord nu al graag gezien, maar deelt het Franse optimisme. “Ik heb alle vertrouwen in de gaven van de Franse diplomatie”, zei hij na de vergadering.