Rapport: exportsteun groener, maar deel beloften Glasgow gebroken

Foto: ANP

De afspraken die op de klimaattop in Glasgow werden gemaakt over het vergroenen van exportsteun, leveren hun eerste resultaten op, aldus de organisatie Oil Change International (OCI). Zo’n 5,7 miljard dollar per jaar is inmiddels verschoven van fossiele brandstofprojecten naar duurzame energieprojecten, becijfert de organisatie in een rapport. Volgens OCI is er wel nog veel ruimte voor verdere verduurzaming, want slechts acht ondertekenaars hebben zich volledig aan hun beloften gehouden. Nederland hoort daar niet bij.

Veel ontwikkelde landen helpen hun eigen bedrijven die in het buitenland actief zijn met speciale verzekeringen om risico’s af te dekken. Op de top in Glasgow spraken tientallen landen eind 2021 af om dit soort steun niet meer te geven aan fossiele brandstofprojecten, zoals olie- en gaswinning. De deal was om daar binnen een jaar mee te stoppen. Nederland wilde in eerste instantie niet meedoen. Nadat daar veel kritiek op was gekomen, heeft het kabinet besloten de verklaring toch te ondertekenen.

Nederland houdt zich echter niet helemaal aan de afspraken. Het kabinet heeft weliswaar eind vorig jaar nieuw beleid ingevoerd, maar ook een overgangsjaar ingelast. Bovendien zijn diverse uitzonderingen mogelijk. Daar is mede toe besloten vanwege de Russische inval in Oekraïne en alle gevolgen die deze oorlog heeft voor de energievoorziening.

Als een project in het buitenland belangrijk is voor de “leveringszekerheid” van olie en gas aan Europa, blijft het bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een zogeheten exportkredietverzekering (ekv). Het kabinet heeft telkens benadrukt dat dit soort uitzonderingen “tijdelijk en beperkt” zijn.

OCI heeft het beleid onderzocht van zestien landen die noemenswaardige steun verlenen en destijds beloofden daarmee te stoppen. Het meest positief is de organisatie over Canada, Frankrijk, Finland, Zweden, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland. Die landen hebben, net als de Europese Investeringsbank (EIB), hun beleid in lijn gebracht met de verklaring.

Vier landen hebben wel nieuw beleid, maar hielden zich niet aan de deadline van eind 2022 of hebben volgens de beoordeling van OCI “grote mazen” in hun regels gelaten. Naast Nederland zijn dat België, Zwitserland en Spanje. Tot slot hebben Duitsland, Italië, Portugal en de Verenigde Staten nog altijd geen nieuw beleid gepubliceerd. “De VS heeft naar verluid nieuw beleid aangenomen, maar weigert het te publiceren”, vult OCI aan. In de andere drie landen wordt nog steeds gediscussieerd over de precieze invulling.

Milieudefensie noemt het Nederlandse beleid “een gatenkaas”. De organisatie vindt dat het rapport laat zien dat Nederland “geen klimaatleider is” en de belangen van grote vervuilende bedrijven “boven een leefbare planeet” stelt.