Bevrijd van klachten wil Van Poppel weer voluit koersen

Foto: ANP

Danny van Poppel spelt zondag eindelijk weer een rugnummer op. Vooruitlopend op de ‘echte’ seizoenshervatting in augustus, trekt de GP Vermarc, een kermiskoers in het Belgische Rotselaar, ongetwijfeld veel bekijks. Voor zover dat vanwege de coronamaatregelen mogelijk is. “Ik heb er zin in. We hebben lang genoeg thuis gezeten”, zegt de 26-jarige sprinter die zich thuis voelt bij de Belgische ploeg Circus Wanty-Gobert.

Bij Jumbo-Visma zag hij, vertelt hij in woonplaats Poppel, niet echt meer een rol weggelegd. “Zij werken echt naar een klassementsploeg toe. Bovendien zagen ze in mij meer een renner voor de klassiekers terwijl ik zelf toch meer toekomst zie als sprinter. Dat vind ik ook leuker.”

Na zijn jaren bij topploegen Sky, Lotto-Jumbo en Jumbo-Visma heeft Van Poppel geen enkele moeite met zijn overstap naar het Belgische team dat niet automatisch toegang heeft tot alle grote koersen. “Maar wel tot de meeste koersen die ik graag rijd. In wedstrijden als de Ronde van Zwitserland heb ik niets te zoeken. Bovendien ben ik hier herenigd met mijn broer Boy en met Wesley Kreder. Ik zie genoeg uitdagingen. En bij Jumbo vinden ze het jammer als je tweede wordt in een rit in de Giro of Vuelta, hier springen ze een gat in de lucht.”

Het seizoen was niet bijster goed begonnen. Geregeld stond er DNF (did not finish) achter zijn naam. Voor het laatst in de eerste etappe van Parijs-Nice, die koers waarvoor zijn ploeg op het allerlaatste moment een wildcard ontving. “Ik voelde me al niet goed van de reis er naartoe en ze vlogen er meteen volle bak in.” Van Poppel stapte af, keerde huiswaarts en niet veel later legde corona het seizoen stil.

De strengere beperkingen in België zorgden er de maanden erna voor dat hij bosweggetjes zocht om de grens over te steken. “Eerst houd je je nog aan de regels. Maar ik train liever in Nederland. De wegen zijn er fijner.” Het gaat beter en beter, verlost als hij is van lichamelijke klachten. Bij Cyclinglab vond hij de oplossing voor problemen met zijn, zo bleek, zwakker ontwikkelde linkerbeen. Bloedonderzoek wees bovendien uit dat zijn langdurige vermoeidheid een oorzaak had. “Het zat dus niet in mijn hoofd, zoals mensen soms zeiden.”

Volgende week volgt een trainingskamp in de Ardennen. “Dan zal ook mijn programma duidelijk worden.” Milaan-Sanremo is het eerste hoofddoel. Donderdag verkende hij met de ploeg ook al de laatste 160 kilometer van de Ronde van Vlaanderen. Maar eerst Rotselaar, de GP Vermarc. “Een opwarmer, een goede wedstrijd is trouwens de beste training. En geloof me, als je eenmaal in koers zit maakt het niet uit of het de Ronde van Vlaanderen is of een kermiskoers. Dan ga je voluit, het is de aard van het beestje.”