Langeveld voelt zich bevoorrecht in steeds beter wielerpeloton

Foto: ANP

Het is al weer tien jaar geleden dat Sebastian Langeveld als laatste Nederlander de Omloop Het Nieuwsblad won. “Het was de bevestiging van de potentie die ik in me had”, kijkt hij terug op wellicht zijn grootste succes als wielerprof. Een veelwinnaar werd de Lissenaar niet. “Maar ik ben trots op wat ik tot nu toe bereikt hebt.”

Er is veel veranderd sinds Langeveld (36) in 2006 beroepsrenner werd, beseft hij. En dan doelt hij niet op de sneltesten op corona waarvoor zijn ploeg vrijdag naar Gent moest of op het rijden zonder publiek. Dat zijn hopelijk tijdelijke ongemakken. “Het spelletje is al die jaren hetzelfde gebleven, maar ik heb wel elk jaar het niveau zien toenemen”, vertelt de renner die bij het Amerikaanse EF Education-Nippo, de ploeg van manager Jonathan Vaughters, aan zijn achtste seizoen is begonnen.

Hij heeft er wel een verklaring voor. “De beloften van nu zijn eigenlijk al twee, drie jaar beroepsrenner. Ze doen hetzelfde als wij. Waar er vroeger vijftig man overbleven in de laatste 60 kilometer van een klassieker, zijn dat er nu rustig 150. Ze stromen op een veel hoger niveau in bij de profs. Toen ik belofte was had ik aanvankelijk nog een baantje voor halve dagen in een supermarkt.”

Het gevolg was wel dat er nog veel groei zat in Langeveld na zijn overstap naar de profs. “In 2008 zat ik al voorin in de finale van de Ronde van Vlaanderen. Vanaf toen waren de verwachtingen redelijk hoog. Een jaar later was ik er in de Omloop al dichtbij.”

Na zijn zege in 2011 werd hij nog Nederlands kampioen (2014), eindigde hij drie keer in de top 10 in de Ronde van Vlaanderen en was er zelfs vier keer een top 10-notering in Parijs-Roubaix. In 2017 stond hij op het podium (derde) in zijn favoriete klassieker. “Natuurlijk had ik gehoopt dat er inmiddels een klassieker achter mijn naam zou staan. Maar dit is wat het is.”

Het afgelopen coronajaar werd het onrustig in zijn hoofd. Het duurde even voordat Vaughters de sponsoring voor dit jaar rond had. “Het was moeilijk. Ik fiets nog heel graag, voel me bevoorrecht dat ik nog steeds wielrenner ben. Maar tegelijk vroeg ik me af of ik het nog zag zitten om bij een andere ploeg weer helemaal opnieuw te starten.” Het zat ook niet mee. Parijs-Roubaix ging niet door en hij miste door het verkorte seizoen een grote ronde. “En dat merk ik nu. Conditioneel heb ik een goede winter gemaakt, maar ik heb afgelopen jaar te weinig wedstrijden gereden. Daarom heb ik nu koersen nodig om beter te worden.”

Op een hoofdrol rekent hij zaterdag in de Omloop en zondag in Kuurne-Brussel-Kuurne daarom niet. “Ik ben tevreden als ik een mooie koers kan rijden, als ik me heb laten zien.”